zondag 14 maart 2010

14/3 Integratie en/of assimilatie


We logeren dit weekend in het kleine resort van de Fransman. Een gelegenheid om even op adem te komen en – althans voor het ontbijt – een gewoon westers ontbijt te genieten. Buiten enkele zonderlingen (o.a. een Deen die zijn hebben en houden heeft verkocht om hier te komen leven, een Luxemburger die de helft van het jaar hier leeft) die vanuit de omstreken, waar ze een nieuwe woonst hebben gevonden, afzakken om een koffie of verfrissing te drinken en een Frans koppel afkomstig uit Marseille, op zoek naar een geschikte plaats om zich na hun pensioen te vestigen in Thailand, is er niemand. Omwille van de hitte is dit het toeristisch laag seizoen. Gisterenavond werden we uitgenodigd om op de boulodrome een balletje petanque mee te spelen. De Thai blijken ook serieuze petanque-spelers te zijn, zo vertelt de Fransman. De vrouw in het Frans koppel bleek nog meegespeeld te hebben in de Europese kampioenschappen petanque. Ik vorm een team met de Fransman tegen het Frans koppel. Ik ben al zeer gelukkig dat we niet met een 0 eindigen en zelfs enkele spelletjes kunnen binnenhalen.

Aan de ontbijttafel ontspint zich een pittige ‘zuiderse’ discussie (de exploitant is afkomstig uit Marseille, en dit is er aan te merken). De Fransman zegt dat hij zich – hoewel hij dit zou willen - niet ten volle in de Thaise samenleving kan integreren (wat in zijn geval nog eens niet moet verwonderen als je ziet hoe hij soms als een bezetene praat en raast, af en toe met heavy metalachtige muziek op de achtergrond). Voor de Thai blijft hij een ‘farang’. Hij zegt wel te worden gerespecteerd door de Thai, zolang hij zich niet mengt met bepaalde zaken (o.a. politiek).

Dat de Thai ‘farangs’ niet in hun samenleving zou laten integreren, verrast mij omdat ik er van uit ging dat een boeddhistisch geïnspireerde samenleving ‘open’ stond voor andere culturen en de integratie hier dus mogelijk zou moeten zijn.

Doch je moet misschien een verschil maken tussen integratie en assimilatie. Zo merk je dat in de scholen ‘Kerstmis’ ten volle wordt gevierd, tot en met de kerstboom (die er nu nog staat!) en jingle bells. Aan de muur hangt een collage van allerhande met Kerstmis verbonden symbolen, zoals de sneeuwman, de kerststal …. Bovenaan de collage een getekende Christus. Ze hebben hier blijkbaar geen enkel probleem mee om elementen uit de Christelijke traditie te assimileren. Maar een ‘farang’ laten integreren zou blijkbaar iets anders zijn …

Terwijl we over zijn integratie hier spreken, springt de discussie al vlug over naar onze ‘integratie’-problematiek in Europa. De discussie wordt heftiger. De Fransman zou zijn land verlaten hebben omdat hij zich niet meer herkent of goed voelt in zijn land. Voor hem is het een uitgemaakte zaak: we verliezen onze Westerse identiteit en het proces waarbij wij een Islamitische identiteit zullen opgedrongen krijgen is irreversibel. Naar zijn mening trek je best nu reeds je conclusies en zoek je beter andere oorden op (in zijn geval Thailand dus). Hij wijst op het feit dat onze scholen niet voldoende onze culturele identiteit en waarden overleveren aan de volgende generaties die verweesd overgelaten worden aan allerhande invloeden. Hoewel ik de bezorgdheid hierover deel, verschil ik van mening of dit nu reeds een uitgemaakte zaak is. Als zelfs ‘groene’ politici zich bewust worden van het feit dat we onze eigen waarden moeten verdedigen (waarden die uiteindelijk de resultante zijn van 2500 jaar Grieks-Joods-Christelijk, door de Verlichting gewassen, humanisme), kan men niet zeggen dat er geen bredere bewustwordingsproces kan op gang komen. Dit bewustwordingsproces kan zich misschien ook in ons democratisch spel vertalen in gekozen politici en politieke programma’s die deze visie concreet gestalte geven.

Afgaand op wat we in de scholen en bij de mensen thuis ervaren, spreken identiteit en openheid voor andere culturen zich niet noodzakelijk tegen. In de scholen wordt de Boeddhistisch-Thaise identiteit ingeademd van ’s morgens tot ’s avonds. Naar onze mening zelfs met te veel nadruk en met te weinig aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van ieder individu en te veel aandacht voor groepsdenken. We kunnen ons echter inbeelden dat dit Boeddhistisch-Thais kader een houvast biedt voor de kinderen. We stellen ons vragen bij het volledig loslaten van een referentiekader, zoals de culturele identiteit. Nu reeds zouden de Thai problemen hebben met de in de geglobaliseerde en internet-wereld opgegroeide kinderen. Is het een goede optie om het individu en met name het opgroeiend kind over te laten aan de invloeden, die nu via de globalisatie, incl.internet, van overal komen, zonder enige houvast te bieden? Worden wij geboren als verlichte geesten die automatisch de juiste weg vinden? Zouden wij niet verlicht kunnen worden door oefening en studie en vanuit een stevige doordesemde basis die door de eeuwen heen is geboetseerd? Wat ik begrijp van Boeddhisme is dat oefening essentieel is om tot een hoger (bewustzijns)niveau te komen. De Thaise monniken leveren hiertoe blijkbaar een belangrijke bijdrage … . En zoals gezegd, vanuit ons, weliswaar beperkt, perspectief lijken identiteit en openheid voor andere culturen zich niet per definitie tegen te spreken. Gebeitelde dogma’s, die de deur naar andere culturen, dicht houden, lijken hier niet of in beperkte mate te bestaan. Het is geen godslastering om als Boeddhist een Christus-beeltenis in je klas te hangen … Stof tot nadenken…to be discussed…..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten