maandag 12 april 2010

6/4 Leven zonder grenzen


Voor we afreisden was er het onbekende en een beetje koudwatervrees.
Toen we ons kandidaat stelden overheerste een ander gevoel, het gevoel dat de tijd rijp was om hier ons steentje bij te dragen. Nu, 5 weken na ons vertrek uit België, kunnen we zeggen dat werken als vrijwilliger in de Isaan-regio een unieke ervaring is. Je wordt meegezogen in een andere wereld. Hoewel alles vliegensvlug voorbij is, heb je het gevoel dat je even uit de maalstroom bent gestapt en de tijd stilstaat in een bad van intense indrukken en ontmoetingen. Door te werken als vrijwilliger verleg je voor een stuk je grenzen en je exploreert nieuwe vaardigheden. De vermoeidheid en de warmte neem je er bij. stilaan merk je dat je meer en meer betrokken raakt bij het leven en welzijn van de Thai, teachers en leerlingen. Meer en meer bekruipt je het gevoel dat je achter deze ervaring geen punt kan zetten maar enkel drie puntjes … . Dit hadden we niet verwacht.

Achter dit kleurenpallet van ervaringen, indrukken en ontmoetingen ontdek je tenslotte nieuwe dimensies en inzichten. Deze zijn moeilijk onder woorden te brengen. Een tekst uit het boek ‘Oosterse filosofie’ van Ulrich Libbrecht (pag.177-178), verwoordt dit nog het best.

Ex oriente Lux? Heb ik met dit alles geprobeerd aan te tonen dat het licht uit het Oosten komt en dat het heil en de toekomst van de westerse beschaving in het Oosten te vinden is? Een Engelse spreuk zegt: “Too far east is west” – loop je steeds door in de richting van het oosten, dan kom je vanzelf weer in het westen terecht. Het betekent dat er uiteindelijk maar één beschaving is: de beschaving van de wereld. Wel zijn er veel verschillen in intonaties – en het postmodernisme legt het zwaarste accent op die verschillen – maar uiteindelijk zijn we allemaal mensen en delen we een gemeenschappelijke dieptestructuur. Daarom moet elke wereldbeschouwing een beschouwing zijn die betrekking heeft op de hele wereld. De zon komt inderdaad nog altijd op in het oosten, maar ze nestelt zich daar niet. Ze verlaat het Morgenland en begeeft zich naar het Middagland van India en de islam. Uiteindelijk komt ze aan het Avondland. Ze integreert in haar licht alles wat des mensen is. Daarom was de Aufklärung als specifiek Europees verschijnsel in feite enkel een lokale gebeurtenis; maar evengoed was de ‘Untergang des Abendlandes’ slechts de kroniek van een bedreigd gehucht. Vanuit een mondiaal perspectief heeft het geen zin zich af te vragen waar het culturele zwaartepunt van de wereld ligt, het ligt in wezen overal.
Zo is de wereldkunst de kunst van de wereld: de Chinese schilderkunst van de draak, de islamitische kunst van het kristal, de westerse kunst van de verbeelding … het is allemaal taal van de mensheid. Zo is de wereld van de religie onze confrontatie met het bestaansmysterie: natuurmystiek in China, transcendente mystiek in het boeddhisme, zuiver monotheïsme in de islam, universele liefde in het christendom.
De bijdrage van het Oosten bestaat vooral in de sacraliteit van de natuur in het taoïsme, en de zuivere mystiek van het boeddhisme: dit zijn lichtbundels die schijnen in onze westerse nacht. Want de westerse cultuur heeft precies in die domeinen haar gebreken. Dit betekent niet dat deze dimensies er niet voorkomen, maar ze leiden er een verkommerd bestaan. Als ik op mondiaal niveau wil leven met een wereldwijde blik van eerbied en liefde, dan moet ik de zwakke dimensies in mijn eigen leven uitbouwen. Meer kan ik niet doen, want de groei van een cultuur is een uiterst langzaam verlopend proces, maar ik kan een kei in de rivier verleggen. Eenmaal komt de tijd dat de wereldvrede van ons zal eisen dat wij meer ontwikkelen dan een legalistische tolerantie; want de splijtende krachten van de wereld zijn niet het fundamentalisme, maar evenzeer de logica van haat en wraak. De mechanismen van onderdrukking zullen zich handhaven zolang wij geloven in de valse stelling dat kennis recht geeft op macht. We mogen nooit uit het oog verliezen dat elke religie de taak heeft, niet de waarheid te verdedigen met de wapens in de vuist, maar de liefde te prediken vanuit de eigen diepe ontroerbaarheid door de noden van vele mensen.
Een Japanse spreuk zegt: ‘Het kan de berg niet schelen langs waar je hem beklimt’, alleen op het klimmen komt het aan. En wat is er natuurlijker dan dat iedereen opklimt vanuit het dal waarin hij geboren is? Als de verschillende culturen, religies en filosofieën elkaar dan ontmoeten op de top van de berg, zullen ze zich realiseren dat ze al altijd hetzelfde doel hebben nagestreefd.
‘Ego mundi civis esse cupio, ik verlang een burger van de wereld te zijn’, zei Erasmus. Laten we dat verlangen met hem delen. De wereld is echter geen abstractie, het is de levende mensheid : huid en haar kunnen verschillen, de kledij kan anders zijn, de taal vreemd en de godsdienst onbegrijpelijk … maar alle mensen hebben hetzelfde hart, vol hoop en dromen, vol lijden en pijn, vol liefde en verdriet, maar vanuit zovele ogen kijkt mij het Grote Mysterie aan: de mensheid is de God met duizend ogen.’

6/4 Afscheid van Kung en Mem en haar gezin


Deze morgen vertrokken we. De intense manier waarop we hebben samengeleefd met Mem en haar familie en ook met sommige leraressen, zoals Kung (die nog vlug is langsgekomen om afscheid te nemen), maakt het afscheid moeilijk. Hun generositeit was groot. Ze stelden hun huis ter beschikking, namen ons overal mee naartoe en lieten ons aan hun gevulde tafels zitten. Maar ze hebben ook een stuk van hun hart bij ons gelegd …het onze hebben ze al.

5/4 De laatste lesdag met onze kinderen


We sluiten vandaag ons ‘lesopdracht’ in Isaan af met een lesdag met onze kinderen in de school van Ann. Er zijn ongeveer 20 kinderen van Ann’s school. Er zijn plots ook 11 kinderen opgedoken van de school van Philippe die mee de laatste dag willen meemaken. Onze kinderen, overgekomen vanuit België in het weekend, hebben een spel voorbereid. De sfeer is uitgelaten. Er wordt meer dan ooit spontaan Engels gepraat. Tegen 11 uur gaan we naar de schoolkeuken. Onder de deskundige leiding van Ann helpen de leerlingen (verdeeld in drie groepen, elk onder de leiding van één van onze kinderen) de spaghetti voor de middag klaarmaken. De gretigheid waarmee de kinderen hielpen bij de bereiding van de spaghetti, stak schril af met de appetijt (?) waarmee ze deze opaten. Er was zoiets als een omgekeerde cultuurshock. Voor hen was de spaghetti blijkbaar niet bepaald het lekkerste wat ze in hun leven gegeten hadden. Enkele borden bleven onaangeraakt. Dit verpestte echter de sfeer niet, want in dezelfde uitgelaten sfeer als deze morgen in de les (en met vele geschenkjes en foto’s) werd afscheid genomen, ook van de meeste leraressen. Voor lerares Surapa valt het afscheid moeilijk.

4/4 De inwijding van een monnik


Een lerares heeft ons met onze kinderen uitgenodigd naar een inwijdingsceremonie van een monnik. Zoals eerder gezegd kan iedere Thai een tijd als monnik leven (van enkele weken tot enkele maanden). Dit kan zelfs vanaf de kindertijd. Hierbij moeten ze zich zo’n 200 regels eigen maken.

Luide tranceachtige muziek gebracht door een live orkestje in de laadbak van een pick-up, gaat de autokaravaan vooraf. Vooraan in de karavaan de pick-up waarin de kaalgeschoren en in het wit geklede kandidaat monnik op een erestoel zit. In een eerste fase loopt de ganse stoet 3 maal rond de tempel. Terwijl rond hem de mensen dansend op de repetitieve muziek hun blijheid uiten en af en toe vreugdekreten laten horen, is de kandidaat monnik één en al onbewogenheid. Het contrast is groot. Het is een intense beleving, ook voor ons als buitenstaander.

De ceremonie heeft vele fases die voor ons onbegrijpelijk zijn. Een gedeelte is Boeddhistisch en een gedeelte is Pram. (de vele volkse rituelen die we eerder beschreven hebben) Op een bepaald moment neemt de monnik zijn witte bovenkleed af om vervolgens de oranje monnikspij te ontvangen. Hij trekt zich even terug om terug binnen te komen in zijn nieuwe kleed. De ceremonie wordt afgesloten met een lunch waarop wij worden uitgenodigd. Het was niet alleen een inwijding voor de monnik, maar ook een inwijding in het Boeddhisme (en de Pram) voor onze kinderen.

3/4 Boeddha’s verlichting (bis)


Na deze ceremonie gaan we iets eten in het stadje Prasat. Daarna gaan we terug naar de plaats waar de waterceremonie plaats vond. Daar is er later op de avond een lokaal muziekfestival tegen de achtergrond van een 1000 jaar oude Khmer-tempel. Onderweg komen we voorbij een bijzondere plaats. Van ver zagen we reeds in het donker een fel verlicht groot sprookjeskasteel(?). Het bleek te gaan om een in de vorm van een tempel of paleis opgetrokken structuur verlicht met ontelbare lampen. Irreëel, feeëriek, net Disneyland. Bovenaan in de middelste toren ligt een kist. Overal kraampjes. Er loopt veel volk rond.. Als we verder rijden zien we in de verte boven de stad een mooi vuurwerk. Een rijke inwoonster van Prasat wordt straks gecremeerd …

Een overlijden lijkt hier niet gepaard te gaan met een groot verdriet. Enkele dagen later logeren we recht over de woning van een overledene. Ons ganse verblijf hebben we moeten luisteren naar loeiharde populaire Thaise muziek van 5u15 ’s morgens tot 11 uur ’s avonds. Iedere dag om 8 uur ’s morgens en om 8u’s avonds komen een paar monniken bidden. (Hoe rijker de overledene, hoe meer dagen dit ritueel doorgaat alvorens de overledene gecremeerd wordt). Hun gebeden gaan door dezelfde torenhoge versterkers de lucht in. Bij de dienst van ’s avonds is het straatje verkeersvrij gemaakt en vol gezet met stoelen voor zo’n 200 mensen. De dienst is ingetogen zonder grote treurnis, de mensen zitten stil, hun handen in een wai gevouwen. Terwijl de monniken in de laadbak van een pick-up klauteren om terug te keren naar de tempel, rukken de schotels eten al aan voor het ruim opgekomen publiek en klinkt terstond de populaire muziek weer over de buurt. Het heeft veel weg van een gezellige kermissfeer…

’s Avonds als ik na de laatste douche uit de badkamer kom zie ik in het schemerdonker van de livingruimte waar de chauffeur slaapt die onze kinderen van Bangkok heeft meegebracht, zijn silhouet met gevouwen handen buigingen maken …

3/4 Water, een zegen


Water heeft voor de Thai en hun religie een belangrijke plaats. Ik kan daar al goed inkomen als je weet hoe warm het hier kan zijn en wat water met je kan doen. We zijn nu al aan drie ‘douches’ per dag om op onze positieven te komen. Thai blijken dit ook te doen. In het Boeddhisme is water een symbool voor balans en geluk.

Zaterdag namiddag zien we water weer opduiken in een waterceremonie op het platteland. We worden meegenomen door Mem en een Engelse lerares Kung. Als we toekomen worden we bij het uitstappen meteen verwelkomd met een krans bloemen. We worden uitgenodigd om deel te nemen aan de waterceremonie. Enkele oudere monniken en alle ouderlingen van het dorp zitten in één grote cirkel. Jongere mensen gaan de rij af en gieten met een klein kommetje wat geparfumeerd water in hun open handen om vervolgens wat water over hun wangen te strijken. De ogen van de ouderlingen blinken in hun diepbruine getaande en magere gezichten. Onze kinderen die net zijn toegekomen krijgen letterlijk hun ‘doop’ in het Thaise leven en delen ook water uit. De meeste oudjes besproeien ook de jongeren met water en spreken een wens van geluk uit.

2/4 Voorbij ons verblijf

Op de middag lunchen we samen met de leraressen van Ann in haar school. Even komt nog het cultureel verschil naar boven als het fenomeen ‘ladyboys’ aan bod komt. In mijn klas zaten er twee. Dit is hier een maatschappelijk geaccepteerd fenomeen. Meer zelfs, de leraressen laten hun appreciatie voor sommige ladyboys blijken omdat die zich zo mooi kunnen opmaken. In het zuiden blijken zelfs schoonheidswedstrijden te bestaan. Bij ons zou dit fenomeen in de carnaval-sfeer zitten.

Vandaag toon ik aan de leraressen van Ann wat zij kunnen doen met internet en nieuwe communicatie-middelen om zichzelf als teacher te verbeteren. Vooral de site van de British Council is zeer nuttig. Allerhande tools en adviezen zijn er terug te vinden, zoals hoe een rollenspel ‘going to the market’ organiseren (inclusief pdf-documenten waarvan de uitprints door de studenten kunnen gebruikt worden). Een evaluatie-score toont wat andere gebruikers vonden van de tool. Een zeer interessante site voor Thai is de site www.howjsay.com . Daarin tik je een woord in en hoor je hoe het woord precies moet worden uitgesproken. Gezien de grote problemen die Thai hebben met uitspraak is dit uiterst nuttig. Enkele leraressen waren opgetogen over de mogelijkheid om via de site www.listen-to-english.com duidelijk verstaanbare gesproken tekstjes te downloaden en op de mobile phone te plaatsen om dagelijks 5 minuten een Engels badje te kunnen nemen via een koptelefoon. Tenslotte is er een mogelijkheid om dagelijks via sms een berichtje te kunnen krijgen met een Engels woord met enige uitleg. De games die ik gebruikte (en waarvan Ann er ook een paar met succes uittestte) zullen via internet aan hen beschikbaar gesteld worden, samen met de foto’s die wij genomen hebben van ons verblijf. We nodigen hen uit om met ons via email in contact te blijven.

2/4 Nationale symbolen

De olifant is de trots van Thailand. Overal zie je olifanten afgebeeld en zoals gisteren gezegd komt de koning tussen wanneer iets dramatisch met zo’n dier gebeurt. Bij het zware verkeersongeval was het de koning zelf die beval dat het dier zo vlug mogelijk door het leger diende bevrijd en vervoerd te worden naar het olifantenhospitaal …

Meteen hebben we ook het verband gelegd met een ander nationaal symbool, koning Bumibol. Hij is de langst regerende koning ter wereld (meer dan 60 jaar). Alle Thai die wij hebben ontmoet waren eensgezind vol lof over hun koning. Hij is de ‘vader’ van het vaderland. Zijn moreel gezag staat buiten alle discussie. Zijn portret is werkelijk overal aanwezig, op straat en in de huizen. Een ereboog met zijn foto en de foto van de koningin vind je over iedere ingangsweg van de stad. Talloze bermen werden her en der verbreed voor reuzengrote foto’s van zijne majesteit omrand met goud. Mem’s ogen worden nat als ze over haar koning begint te vertellen. Ze slaat op haar hart en roept ‘oh I love my king’.

Hij heeft ook bijzondere machten zoals het olifantenvoorval al aanduidde.

Zo was een tijdje geleden ook een voorval met een ander nationaal symbool, de tuktuk. Deze driewielige tweetakt-motor zie je overal in de steden rondrijden als taxi. Omwille van de geluidshinder en de vervuilende motor, besliste de regering deze tuktuk’s te verbieden … tot een koninklijk ingrijpen de tuktuk redde.

Vandaag lijkt de koning, die zwaar ziek is,nog een van de weinige instellingen te zijn die de eenheid onder de Thai kan terugbrengen. Op het politiek niveau is er blijkbaar een diepe verdeeldheid. De democratisch verkozen regering is twee jaar geleden moeten terugtreden omwille van corruptie van zijn eerste minister (Taksin, een succesvol telecom-industrieel die desondanks een ‘rode’ strekking zou hebben) en massaal protest van de ‘gele beweging’ (blijkbaar vooral de middenklasse uit de steden en jongeren), gesteund door de militairen (een belangrijke factor in Thailand). Sinds enkele weken is een rode beweging op gang gekomen die Taksin, die nu in Dubai verblijft, terug aan de macht wil.

1/4 Olifantenverdriet

Vandaag afscheid van de Taboe Wittaya school. Let op, de titel van dit stukje slaat daar niet op. Ik geef aan de leraressen nog enkele internet-tools die zij kunnen gebruiken en neem afscheid van de directeur. De leraressen zal ik hoogstwaarschijnlijk maandag nog terugzien.

Een van de leraressen van Ann en onze gastvrouw nodigen ons uit voor een etentje met hun kinderen, gevolgd door wat inkopen voor een spaghetti-lunch met de studenten van Ann op maandag.

Onze gastvrouw brengt ons tenslotte naar de olifantenkliniek. Er is twee weken geleden een olifantentweeling geboren: twee mannetjes! Een olifantentweeling is uitzonderlijk maar een mannetjestweeling is blijkbaar uniek in de wereld. Was dit in België gebeurd dan stond het land op stelten. Hier wordt de tweeling prompt symbolisch aan de koning geschonken. De olifant is het symbool van Thailand. De Thai dragen hem in hun hart.
Toen er vorig jaar een eigenaar met zijn olifant in een truck naar het zuiden reed, had hij midden in de nacht op een kruispunt een zwaar ongeval. Onmiddellijk beval de koning dat het leger moest ingeschakeld worden om het dier te bevrijden. Hij deed ook een gift om het beest in de olifantenkliniek van Surin te laten verzorgen. De olifant was echter te zwaar gewond en kon niet worden gered.
Dit voorbeeld typeert de manier waarop Thai met de olifant omgaan. Het is bv.de gewoonte om de eigenaars van de olifant (meestal arme boeren) wat geld toe te stoppen voor het eten van de olifant. Zoals we zelf ervaren hebben bij een restaurantbezoek twee weken geleden, gaan ze ook rond in Surin en vragen de mensen te betalen voor het eten van de olifant. Een andere bron van inkomen voor het onderhoud van de olifant is de verkoop van de mest. Dit zien we dan ook voor onze ogen gebeuren. Nog geen minuut na “het gebeuren” wordt alles netjes opgeschept.

Een paar tientallen meter verder in de ‘kliniek’ zien we een ander verhaal dan de pasgeboren tweeling. Met man en macht wordt een olifant die aan een baxter ligt en neergevallen is van zwakte, verlegd. Het beest had geen tanden meer en had daardoor een grote tak ingeslikt die in zijn keel was blijven steken. Een oude man, eigenaar van de olifant, giet water over zijn slurf. Een jongetje komt erbij zitten en helpt de oude man. Als we zaterdag teruggaan met onze kinderen, vernemen we dat de olifant gestorven is. Dergelijke verhalen halen hier de televisie.

31/3 Bijgeloof bis

Op maandagochtend reed onze gastvrouw geheel tegen haar gewoonte de richting van Prasat op. Toen ik haar vroeg waar we heen gingen antwoordde ze geheel naar haar gewoonte “you go to market”, waarbij ze bedoelt “I go to the market” (want iedereen is ‘you’- of het nu I, you, he, she, we of they is) . Ze verdween in het gekrioel van de ochtendmarkt en kwam terug met een zak met 3 ananassen. Ik veronderstelde dat die dienden om op de vergadering van die dag met de directeur en alle leerkrachten te verdelen.
’s Anderendaags vernam ik echter dat ze hiermee iets heel anders gedaan had.
De vergadering van die dag beloofde heel woelig te worden. Heel wat leerkrachten zijn absoluut niet opgezet met het (onbestaande) beleid van de directeur. Daarom had Mem de drie ananassen als een soort offer gebracht naar 1 van de kleine tempeltjes op het domein van de school. (oneerbiedig te vergelijken met voederhokje voor de vogels op één poot maar met een in levendige kleuren geschilderd minitempeltje erop). Haar bedoeling was om door dit offer de overleden leerkrachten en alle overledenen die vroeger op het domein van de school gewoond hebben te smeken om voor de vergadering een goede afloop te bezorgen.Het geheel van dergelijke rituelen die eigenlijk niet het boeddhisme zelf zijn maar hier ‘Pram’ genoemd worden, zijn gebaseerd op hindoeïstische rituelen uit lang vervlogen tijden. In de tempel, bij een monnikswijding, in het dagelijkse leven, wordt dit alles verweven.

30/3 Pom Iem Laio

Vandaag is het de ‘day after’. Voor mij is het lesgeven afgelopen. Het geeft een gemengd gevoel. Enerzijds ben ik blij dat er gezien mijn vermoeidheid nu een rustiger periode komt. Anderzijds knaagt nu reeds iets. Blijkbaar ook bij de leerlingen, want ze waren naar verluidt present op school ondanks het feit dat mijn Engelse lerares gezegd had dat ik geen les meer zou geven en enkel zou werken op school. Ik was echter niet aanwezig op school en bleef in het huis van onze gastvrouw om te werken aan de reporting voor het Isaan Fund en de vrijwilligers die na mij komen.

Deze avond kwamen alle Engelse teachers, zowel van Ann’s school als die van mijn school eten voor een ‘Belgian meal’: aperitief, groentesoep, spaghetti (niet bepaald het typisch Belgische gerecht, doch het enig haalbare) en pannenkoeken met ijs, overgoten met warme chocolade (dé specialiteit van Ann). Kwan, de dochter van de gastvrouw, helpt Ann bij het bereiden van het eten, terwijl ik verder werk aan het report. De teachers van mijn school zeggen op het laatst af. Ze zijn vandaag op een evaluatie-bezoek geweest met andere teachers en de directeur naar een andere school. Ze hebben blijkbaar op de middag bedorven zeevruchten gegeten, met dito gevolgen. Uiteindelijk komen een kleine 20 teachers (ook deze die niets met Engels te maken hadden) afgezakt naar Mem’s huis. Er was duidelijk interesse om te weten hoe een Belgisch gerecht smaakt. Uit de reacties bleek het dessert en de spaghetti het meest in de smaak te vallen. De soep bleef bij velen staan: te weinig smaak voor hen. Sommigen goten er dan ook bakken zout en peper bij. Over de Belgische keuken waren allen het eens over één ding: wij eten zeer veel. Ik heb aan enkele teachers een ‘motilium’ gegeven om gemakkelijker te verteren. Ze waren bijna collectief ‘full’ of zoals de Thai het zeggen “Pom Iem Laio’ (“ik ben vol”).

29/3 Afscheidsles Taboe Wittaya school

In de afscheidsles had ik voorzien om vooral zaken aangeleerd in de vorige weken, op te frissen. Na een klein uur kwamen echter enkele in traditionele klederdracht uitgedoste leerlingen binnen om een traditionele dans ten beste te geven. De verfijning van de dans en vooral van het handenspel zijn opvallend. De dans wordt gevolgd door een samenzang van traditionele liederen. Ik krijg er kippenvel van. Ik steek hen nog een hart onder riem en wens hen veel geluk in hun verdere leven. Ik gebruik als afsluiter Thai. Daarna wordt een korte sketch in het Engels opgevoerd die mij (met rugzak en fles water) en Ann (met bril) weergeven in een ‘typische’ lessituatie. Hilariteit alom. De keren dat ik hen ‘siX’, ‘fiX’, ‘miX’ deed zeggen om de X er goed uit te krijgen (‘X’ wordt door de meeste Thai als een ‘k’ uitgesproken of gewoon helemaal weggelaten), zijn ze duidelijk niet vergeten. Dan word ik letterlijk in de bloemetjes gezet. Ze geven me elk een roos, samen met een geel koordje die ze rond mijn pols binden. Dat vonden ze blijkbaar heel leuk. Ik geef hen vervolgens een veelkleurig bandje volgens hetzelfde ritueel.

’s Namiddags rijden we met Udom vanuit mijn school via alternatieve onverharde wegen door het platteland naar Prasat, een tiental kilometer verder. We zien nu beter dan te voren hoe mensen hier leven. Het huis van onze gastheren is absolute luxe in vergelijking hiermee. Hoewel het uitzicht niet steeds alles vertelt, kan men moeilijk naast de algemene indruk dat dit een ‘hard’ leven ‘op de rand’ is. Ik moet denken aan mijn studenten deze morgen. Velen, zoniet de meesten, van hen leven in deze huizen en gezinnen …

zaterdag 27 maart 2010

26/3 Schoolreis


Ter gelegenheid van onze Engelse taalkampen hebben onze beide scholen de handen in elkaar geslagen om ons en de schoolkinderen een schoolreisje naar Elephant Village op zo’n 70 km te bezorgen. Omdat we zeker niet willen dat er kinderen owv de kostprijs niet zouden meekunnen bieden wij aan om de middag maaltijd te betalen (30 bath= 30 Bfr per persoon).
Ook hier weer het dubbele gevoel.
Kinderen hier zijn net als kinderen bij ons. Onmiddellijk vliegen ze naar de ijsventer of kopen ze drankjes en snoep. Ik stel tijdens de wandeling aan één van mijn leerlingen, een meisje van 17 jaar met een studiebeurs van fund Isaan die lerares Engels wil worden, voor om wekelijks een Britse podcast te beluisteren op de computer op school of indien ze dat heeft, op haar GSM. Het meisje haalt een tasje uit om het model van haar GSM te tonen en wat blijkt? Ze heeft er zelfs 2…Opnieuw : je kinderen iets ontzeggen is dat eigenlijk een luxe die sommige mensen niet hebben?

25/3 Duo-les

Gezien de leraressen van de school van Ann naar een vergadering in Surin moeten, komt Ann mij vergezellen in de Taboe Wittaya school. Het wordt dus een ‘duo-les’. Ik introduceer ‘my wife’ bij de studenten. Het valt prima mee. In de namiddag hebben we in eenzelfde goede sfeer de workshop met mijn leraressen.

’s Avonds nodigen de directeur en de leraressen van de school van Ann ons uit op een etentje ter gelegenheid van het afscheid van 4 interim leraressen in een restaurant aan het meer van Surin. Een prachtige locatie op een boogscheut van een van de koninklijke villa’s. Voor het eerst zien we onweerswolken opduiken (en ’s nachts regent het voor het eerst een beetje). Dit verpest de sfeer niet, integendeel. Iedereen is blij met de verfrissende wind die ermee gepaard gaat. Ann wordt gevraagd een woordje te ‘placeren’ wat ze met brio doet.

24/3 Eten

Eten in Thailand gebeurt altijd in de keuken want in de living staat geen eettafel.
Anyway, de Thaise keuken is overheerlijk, hot en spicy maar zéér lekker. Zoals reeds vroeger gezegd eten de Thai 3 maal per dag een warme maaltijd met rijst en verschillende gerechten gaande van vis vlees, ei, soepen met noedels en een soort eiertofu, tot groenten en allerlei sausen en bereidingen, al dan niet heel pikant. Thai eten weinig vlees, maar des te meer rijst ( gekookt of gebakken) of noedels.
Voor ons Westerlingen, blijft het echter moeilijk om aan de ontbijttafel een gebakken vis te zien die je met glazige ogen en opengesperde mond ligt aan te staren. Wij opteren voor fruit ’s morgens. Dat is hier in overvloed aanwezig en overheerlijk, zoveel zoeter en met veel meer smaak dan bij ons.
Wist je trouwens dat een rol toiletpapier hier op tafel staat en gebruikt wordt als servietje?Je vindt echter geen rol waar je die wel verwacht... Je neemt dus best steeds je voorzorgen.

23/3 Beesten en beestjes

Vaak blijft eten op de tafel staan onder een grote stolp in plastiek. Vliegen en ongedierte van iets grotere omvang kunnen er niet in maar mieren hebben vrij spel, die moet je er bij nemen. Vliegen en wespen of bijen zie je hier trouwens weinig, andere beestjes die heel erg kunnen steken wel. Zo sloeg Mem hier een 2-tal weken geleden een insect weg van het eten. Het stak haar in de duim en die zit nu al 2 weken heel dik en blauw. Philippe heeft er ook al kennis mee gemaakt…
Op de muren flitsen trouwens constant hagedisjes van zo’n 5 à 7 cm voorbij, óók terwijl je aan het douchen bent. Het blijft toch telkens schrikken. Vorige week zat er trouwens een groter exemplaar van zo’n 25 cm in huis…Dui, de zoon des huizes schreeuwde zowat de hele buurt bij elkaar. Het beestje was verdwenen in Mem’s slaapkamer. Ik vroeg hem om toch maar de deur dicht te doen. Toen Mem even later met een stok afkwam en achter de deur bezig was dacht ik dat ze de indringer te pakken had maar ze kwam vrolijk weer buiten zonder beest. Waar het was gebleven wist ze niet maar dat was niet erg…Onze deur bleef alvast goed dicht!
Muggen vind je hier ook overal, onder de bureaus van de leerkrachten op school maar vooral in de badkamer van ons gastgezin…
Typisch is ook dat op school honden zomaar de klas komen binnengewandeld en zich op de grond nestelen terwijl je aan het lesgeven bent. Eén lerares op mijn school brengt zelfs haar honden mee als ze komt werken. Die liggen dan in de leraarskamer of gaan mee naar de klas…
Van iets grotere omvang zijn de olifanten waar we gisteren in Elephant village op gereden hebben.

22/3 Struggle for life

Deze week begon moeilijk en de vermoeidheid begint te spelen. Er was maandag blijkbaar een training voor een toernooi van het volgende weekend waar ik niet van wist en daardoor daagden er plots slechts 10 studenten op in plaats van de 25-30. Ik had de les‘to the market’ zeer goed voorbereid. Alle mogelijke ingrediënten (oa rollenspel en een spel in twee teams) had ik toegevoegd om er een goede les van te maken. Alles was berekend op een 25-tal studenten. Met slechts 10 studenten kon de formule niet werken. Ik maakte de lerares Engels mijn ongenoegen kenbaar. Ik had gelukkig reeds lessen voorbereid voor andere dagen, die wel pasten op een groep van 10, doch het zinde mij niet.

Deze persoonlijke struggle van de dag moet echter geplaatst worden tegenover de struggle for life die vele van deze studenten en hun families hier moeten leveren. Hun struggle is van een andere orde. ’s Avonds spreken we er tijdens het avondmaal over met onze gastvrouw, lerares in de school van Ann. Onze gastvrouw is met haar hart bij haar leerlingen. Ze weet dat veel van haar leerlingen in de vakantie (meestal vanaf de maand april) mee moeten helpen thuis of naar Bangkok moeten trekken om wat bij te klussen. Er is geen keuze voor hen. Ze vraagt dat we dit zouden begrijpen. Ze komt zelf uit die situatie en heeft zich door te studeren en hard te werken (de naaimachines in haar keuken zijn de stille getuigen hiervan) uit die vicieuze cirkel gewerkt. Ze wil nu de kinderen in de school zoveel mogelijk helpen om zich ook naar boven ‘te werken’en ‘te studeren’. Zo komen ook bij haar thuis af en toe studenten wat ‘bijklussen’ om via het verdiende geld hun studies te kunnen financieren. Ze ontzegt zichzelf ook zeer veel voor de universitaire studies van haar dochter. Een gelijkaardig verhaal heb ik gehoord van mijn lerares die zich op eigen kracht uit de armoede heeft opgewerkt via zelf betaalde studies.

Soms maak je je wel bedenkingen bij deze ‘struggle for life’ als je ziet hoeveel van deze studenten ook over gsm’s en bromfietsen beschikken. Zouden ze wel zo arm zijn? De leraressen weten echter goed welke kinderen in hun klassen écht arm zijn en het hard hebben. Ze kennen de gezinssituaties goed. Waar ze kunnen proberen ze ook een handje te helpen. Zo verkopen leerlingen af en toe in mijn school fruit of groenten van thuis aan de leraressen.
Ann wijst mij er ook op dat het ontzeggen van zaken aan je kinderen soms een ‘luxe’ is. Voor iemand voor wie armoede een realiteit is, is het ontzeggen van bepaalde zaken een bevestiging naar de buitenwereld van zijn armoedige situatie.

21/3 Volksreligie in Surin


Vandaag waren we in Surin. We namen de tuktuk (een overdekte driewiel-bromfiets met achterin twee zitplaatsen) om naar het shoppingcenter te gaan en enkele inkopen te doen. We vroegen de chauffeur om ons eerst even enkele interessante plaatsen in de stad te tonen. We snoven de sfeer op van de Aziatische stad (met zijn vele shops, brommers, monniken ..) maar ook met zijn ongezonde lucht. Om iets te zien te krijgen moesten we wel zo ongeveer op onze rug op de bank liggen om van onder het zeil het stadsgebeuren te kunnen gade slaan. Blijkbaar zijn wij naar Thaise normen reuzen en is de tuktuk daar niet op voorzien. Hij toonde ons de olifanten-standbeelden en twee tempels. Daar zagen we voor het eerst hoe een tempelbezoek voor een gewone Thai er uit ziet: een jonge Thaise knielde ongeschoeid voor een groot Boeddha-beeld met bloemen en wierookstokjes in haar gevouwen handen. Zij bleef roerloos zitten. Na een tijd stond ze op en sloeg driemaal op een grote ‘gong’. Ze nam een koker met wierookstokjes die ze schudde. Daarna ging ze naar een kast met vele kleine laden. Ze opende één lade en haalde er een blad uit met een tekst die ze las. Het is voor ons een raadsel wat dit allemaal betekende.

Naderhand gaf mijn lerares Engels hierover wat uitleg. Het ritueel met de gong had te maken met een bede voor een beter leven. Het ritueel met de koker en de blaadjes in de kast heeft te maken met een voorspelling. Er valt tijdens het schudden met de koker een stokje uit de koker. Daarop staat een cijfer van een lade in de kast waarin het blad met de voorspelling te vinden is.

In het boek ‘Oosterse filosofie. Een inleiding’ van Ulrich Libbrecht (pag.99) vind ik over het boeddhisme de volgende verklarende tekst:

“ Boeddha is een historische persoon en geen god. Boeddha staat eigenlijk niet centraal in het boeddhisme en is eigenlijk geen conditio sine qua non voor het boeddhisme (anders dan Christus). Men zal dan ook in de latere ontwikkeling ervan de historische Boeddha meer en meer zien opgaan in een abstractie: het boeddhaschap. Van de historische Boeddha is alleen belangrijk dat hij de hoogste zuivere mystieke eenheidservaring met het Mysterie heeft ondergaan. Van zijn levensverhaal valt slechts te onthouden dat hij, geconfronteerd met de grenssituaties van het bestaan (lijden, ouderdom, dood), de verlichting heeft gekend, dit wil zeggen een veranderd realiteitsbewustzijn, dat hem de echte Realiteit leerde kennen. Dat Boeddha vaak als een god wordt vereerd, moet als volksreligie worden beschouwd, waarin de door hem verworpen do ut des-praktijk weer centraal komt te staan. Eigenlijk is het boeddhisme in zijn zuivere vorm niet geschikt voor een volksreligie. Anderzijds is het zo dat mensen in existentiële nood niet zonder helpende zaligmaker kunnen leven.”

Met het lezen van deze tekst kan ik ook een gesprek met de leraressen over de verschillen tussen de religies beter plaatsen. Ik had in het gesprek laten vallen dat het ontbreken van een God een verschilpunt is tussen Boeddhisme en andere religies. Ze keken mij met verwonderde ogen aan. Maar bovenstaande tekst verklaart waarom we elkaar niet verstonden. Uiteindelijk geloven zij in Boeddha zoals in een God.

Dit volkse Boeddhisme is inderdaad overal aanwezig. Deze week merkte ik dat in de wagen van mijn lerares tekens waren geschilderd boven de vooruit. Dit blijken tekens te zijn die in een nieuwe wagen worden aangebracht om onheil te bezweren. Meteen begreep ik ook waarom de deuren van de slaapkamers bij onze gastvrouw beschilderd zijn. Hier ook worden er bij een ‘inwijdingsritueel’ tekens aangebracht om de bewoners tegen onheil te beschermen.
Een ander verhaal dat ons deze week ter ore kwam is nogal bizar: blijkbaar bestaat hier de gewoonte om regelmatig zijn voornaam te wijzigen. Bij de geboorte van een kind gaan de ouders naar de tempel om in overleg met een monnik op basis van de geboortedatum een voornaam te kiezen. Naderhand wijzigt men soms zijn voornaam omdat de nieuwe naam meer geluk zou brengen. Zo heeft onze gastvrouw haar voornaam al een vijftal keer gewijzigd. Het ging zover dat haar man op een dag naar school belde om te weten welke de voornaam van zijn vrouw nu was …

Waar ligt dan het echte Boeddhisme en waar liggen de verschillen met onze christelijke denktraditie? Dezelfde auteur schrijft hierover volgende tekst:

“Het meest geschikte beeld dat het ons mogelijk maakt het fundamentele boeddhistische denken te begrijpen, is dat van de oceaan en zijn golven. Het absolute, eeuwig blijvende is de oceaan, die begrepen kan worden als een soort universeel krachtveld. Dit krachtveld werkt in op de golven die aan de oppervlakte van de oceaan ontstaan, maar kan door de golven zelf niet geconceptualiseerd, en dus ook niet benoemd worden. De oceaan is om die reden een vorm van conceptueel Niet-Zijn. Vandaar de benamingen sunyata (leegte) en nirvana (uitblussing). De oceaan kan echter wel ervaren of beleefd worden. Dat komt doordat ik als golf uiteindelijk zelf oceaan ben; ik draag om die reden het Mysterie in mezelf, en hoef dus maar tot mijn eigen subjectiviteit terug te keren om dit absolute te beleven. Anderzijds is het zo dat de golven elkaar observeren (persoon A ziet persoon B, ziet verschijnsel C …) en daardoor de idee krijgen dat de werkelijkheid de som van die golven is. Aangezien de golven observeerbaar en conceptualiseerbaar, zijn, en aangezien wij vaststellen dat ze zich overeenkomstig fundamentele natuurwetten gedragen, geloven wij dat de wetenschap in staat is de realiteit uitputtend te beschrijven. Aldus neigen wij tot rationalisme en veronachtzamen of verwerpen we de mystieke grond van het bestaan.
De vraag waarom de oceaan zich niet in olympische rust in spiegelgladde toestand handhaaft en zich in de golven manifesteert, is niet te beantwoorden. Dit is het grote geheim van het bestaan zelf. We moeten echter goed beseffen dat deze vraag niet gesteld kan worden als er geen golven zijn – als ik er niet ben. De reden waarom God de wereld heeft geschapen, is evenmin achterhaalbaar, tenzij misschien in een theologische context (gratuïteit, liefde …). Er is evenwel een duidelijk verschil met de boeddhistische opvatting … Volgens de christelijke opvatting moet de schepping plaatsgehad hebben op een punt t° in de tijd. Volgens de boeddhistische opvatting kent de emanatie begin noch einde, en is er geen schepping; men zou echter evengoed kunnen zeggen dat de golven een continue schepping vanuit de zee vormen. In de christelijke denktraditie vraagt de toestandsverandering die de schepping is, een oorzaak die in God zelf moet liggen.”

zondag 21 maart 2010

20/3 Hindoeïsme uit lang vervlogen tijden


Eén van mijn leraressen en haar man brengen ons vandaag naar de Phnom Rung-tempel op ruim 100 km van Surin. Deze oude Hindoe-tempel ligt bovenop een uitgedoofde vulkaanheuvel. De duizendjarige tempel is opgedragen aan de Hindoegod Shiva. Het brengt in herinnering dat hier ooit – blijkbaar via Indische handelsreizigers – de Hindoe-religie werd beleden. Het is een indrukwekkend monument. De fijne sculpturen deden mij denken aan het Alhambra. De ‘setting’ is schitterend. De tempel ligt op het top van de heuvel die uitkijkt over de valei. Een lange laan met aan beide kanten beelden en groen loopt geleidelijk naar boven en gaat over in een grote trappenpartij. In de verte het symmetrisch tempelcomplex. Eenmaal boven blijkt dat men dwars door de tempel heen kan kijken van de ingangspoort tot aan de achterste poort die honderden meters verder gelegen is, vele kamers en zalen verder. Rond 15 april schijnt de ochtend- of avondzon recht doorheen de tempel via deze poorten. Zon en religie gingen hier toentertijd blijkbaar ook samen.

19/3 De meeetende olifant

Vrijdagavond hebben we gedineerd met één van mijn leraressen Engels en haar man op een terrasje tussen de bomen net buiten Surin, een regio-hoofdstad op ongeveer 30 km van Prasat waar wij verblijven. Tijdens het eten komt een oude man aan onze tafel en verkoopt ons suikerriet. Hij verkoopt die echter niet opdat wij die zouden opeten, maar opdat wij die aan zijn olifant die aan de ingang staat (!) zouden geven. Rare toestand. Doch niet voor de Thai. We merken dat de olifant omringd is door Thai die een zakje suikerriet gekocht hebben. Dit is hier in Surin, de olifanten-hoofstad van Thailand, de gewoonste zaak van de wereld. De olifant is voor Surin een van de weinige bronnen van inkomen. Omwille van het grote olifanten-festival in november komen blijkbaar veel toeristen naar Surin afgezakt in die periode. Voor de rest zou de economie hier echter vooral draaien op de landbouw en meer bepaald de rijstteelt. De man van de lerares geeft les aan een technische school in Surin. De afgestudeerden vinden alleen werk 500 km verderop in het zuiden bij Pataya en Bangkok.

19/3 Momenten

Deze morgen een les gegeven over het lichaam, bewegingen en posities gevolgd door een spel. Zoals steeds werken de leerlingen zeer goed mee. Tussendoor is er een korte break van 10 minuten. Zoals je hier vaak langs de weg ziet, staat er beneden voor de school een oude vrouw met een brede strooien hoed met een kraampje, een soort bakkersfiets. Ze verkoopt aan de kinderen coconuts en plaatselijke noten. De kinderen zijn er verlekkerd op. De oude vrouw wordt overrompeld. Ik sla het tafereeltje gade vanuit het klaslokaal op de tweede verdieping. De kinderen nemen het hakmes en slaan in een paar slagen het kopje van de coconut af. Wanneer ze de klas binnenstormen, hebben ze voor mij een coconut en een noten mee …

19/3 Kalender

Thailand rekent in verschillende tijdsperioden. Het is voor hen nu 2553 (te rekenen vanaf de overlijdensdatum van Boeddha) en het jaar van de tijger (zoals in China). Voor internationale zaken, een les Engels en bv e-mails gebruiken ze 2010.

Seizoenen zijn hier ook anders. Hier zijn er drie seizoenen: regenseizoen, winter en ‘hot season’ of zomer, of zoals de Thai zelf zeggen ‘hot, hotter and hottest.In het zuiden van Thailand kennen ze alleen het regenseizoen en ‘hot season’.

19/3 Interim-monniken


Mannen hebben religieuze en militaire verplichtingen. Vele mannen gaan voor het huwelijk een tijdje leven als monnik. Ik zie dit bij ons nog niet gebeuren, hoewel het misschien wel eens nuttig zou kunnen zijn om de wilde haren uit het studentenleven kwijt te spelen…. Sommige van deze interim-monniken slapen dan in de open natuur met enkel een muggennet en paraplu als bescherming tegen ongedierte en regen. Anderen verblijven in de tempel met de andere monniken. Hun haar (inclusief wenkbrauwen) gaat er af. Dit is geen echte verplichting, doch enkel een gewoonte. Daarnet kwam een leraar een soort communie-kaartje brengen naar de andere leraars om zijn monnik-schap aan te kondigen. Hij zag er blijkbaar naar uit, zoals naar verluidt vele mannen. Hij koos voor een verblijf in de open natuur.

18/3 De kijk van een Thai

Vanavond was er een nogal gewelddadige film op de TV terwijl we aan het eten waren. Menige bloederige en nooit eindigende gevechten volgenden elkaar op waarbij af en toe als een soort deus ex machina dingen met bovennatuurlijke krachten opdoken. Er werd af en toe gebulderd. Het bleek een soort komedie te zijn (?). De humor ontsnapte ons compleet. Net zozeer als in de moppen (?) die een lerares gisteren ten beste gaf over een Thaise vrouw en een ‘farang’ (een populair onderwerp) waarbij een zogezegd misverstand dubbelzinnig kon worden begrepen. Onmogelijk voor mij om het komische erin te ontdekken.

Op een 20 km hiervandaan is de grens met Cambodja. Daar kan men zogezegde ‘tweedehandskledij’ kopen. Het zou gaan om ‘tweedehandse’ Versace, Gucci …. Zeg dus maar ‘namaakkledij’ waarschijnlijk. Er wordt ons gezegd dat wij dit niet moeten doen omdat wij ons gemakkelijk ‘eerstehands’ Versace’s, Gucci’s … kunnen veroorloven. In gesprekken valt nogal eens de opmerking dat westerlingen, dus ook wij, rijk zijn en ons alles kunnen veroorloven. Voor een Thai is een westerling per definitie rijk. Wij zijn voor hen de verpersoonlijking van wat ze zelf willen bereiken.Deze kijk verklaart misschien ook voor een stuk de manier waarop wij worden ontvangen door hen.

Thai willen een zo wit mogelijke huid hebben, zoals een westerling. Bruin is voor hen minderwaardig. Isaan-mensen zijn nog iets bruiner dan de anderen en worden dan ook door de andere Thai als ‘zwart’ bestempeld, wat blijkbaar niet als een compliment moet worden beschouwd.

17/3 Organisatie van een keuken


Even praktisch: zoals reeds vroeger gezegd, wordt er niet in huis gekookt maar op een apart terras palend aan het huis of in een apart staande ‘keuken’. Ons gastgezin is in dat laatste geval. De keuken is zeer ruim maar er zijn weinig kasten. Alles wordt zo’n beetje gestapeld of in boxen bewaard.
Hier nog geen vaatwas. De vaat wordt gedaan in 2 grote stenen afwasbakken waar een teiltje in gezet wordt voor het spoelen. Afwassen doe je door een klein potje te nemen met wat water en een spons. Op de spons wordt zeer rijkelijk detergent gegoten en daarmee wordt elk stuk van de vaat bewerkt.
Daarna gaat het naar de teil waar constant koud water blijft in lopen (redelijk traag). Nadien gaat de vaat op een’ flatgebouw’ afdruiprek van 3 verdiepingen tot de volgende maaltijd. Borden zijn doorgaans diepe borden in roze plastic.
Koken gebeurt op 2 grote gaspitten. Een stomer is hier een pot met een diameter van zeker 50-60 cm en 3-4 verdiepingen hoog waarin ook afzonderlijke stenen potjes kunnen gezet worden. Er worden echter vooral wokachtige pannen gebruikt. Voor de rijst heeft iedereen een elektrische kookpot die lijkt op een ronde gesloten frietketel.
De was wordt buiten gedaan. De wasmachine staat onder een afdakje. Toen ik de eerste keer wou wassen, was er algemene verwarring. Mijn gastvrouw legde mij uit hoe de wasmachine werkte maar ik kon haar maar niet uitgelegd krijgen dat ik de temperatuur ook wou instellen. Ik liet haar doen. Ze zei me wel dat ik ondergoed met de hand moest wassen. Achteraf bleek natuurlijk dat de wasmachine werkt met koud water. Als je vuile dingen wil wassen moet je die eerst laten weken in een teiltje met koud water op de grond. De eerste keer had ik bij gebrek aan een maatbeker met de zak met zeep gegoten, natuurlijk veel te veel. Ik kreeg de zeep maar niet uit de kleren gespoeld. Het stukje grond waar ik telkens mijn spoelwater op uitgoot schuimde rijkelijk,… tot de kraan stopte met lopen…

17/3 Een lesdag in de Taboe Wittaya school


Ik word ’s morgens opgepikt bij de gastvrouw door één van de leraressen Engels. Ze is steeds goedgemutst.Op school is het deze week rustig als we toekomen. Geen collectief ochtendritueel meer sinds de eindexamens afgelegd zijn. Enkel de leerlingen van de speciale Engelse klas zijn aanwezig. Ze doen enkele klusjes in en rond de school. Dit is hier de gewoonste zaak van de wereld …

Ik bereid de Engelse klas voor die vandaag om 10 uur begint. De studenten komen op vrijwillige basis naar de les. Het zijn er iedere dag tussen 25 en 30. Ondanks de gemaakte afspraken vorige week geven de leraressen deze week niet hun les van 9u tot 10u30 . Ik zorg ervoor dat de les een speelse kant heeft om er de ‘flow’ in te houden. Ik voorzie voor het eerste uur een spel waarbij kaarten worden getoond en de leerlingen elk afzonderlijk het passende Engelse woord moeten geven (in een volzin). Ik vraag dan het woord op het bord te schrijven. De andere studenten (opgedeeld in twee teams met elk een afzonderlijk kleur) worden betrokken door hen te vragen of het antwoord juist of onjuist is. Dat doen ze door ofwel rechts (indien juist) of links (indien onjuist) van de klas te gaan staan. De studenten die een verkeerde positie hebben ingenomen moeten het spel verlaten. Het spel duurt uiteindelijk 2 uur. Ik heb de assisterende lerares gevraagd om minder dan de vorige dagen te vertalen omdat ik de indruk heb dat de studenten de vertaling minder en minder nodig hebben. Het spel lukt. Iedereen is betrokken en speelt mee. Ze gaan op in het spel. Het is een plezier om hen te zien.


In de namiddag hebben we een ‘workshop’ voor de leraressen Engels. De leraar wetenschappen die ook een woordje Engels spreekt komt er op zijn vraag bij zitten. We gebruiken een podcast opgehaald op het internet. De tekst over een interessant thema wordt heel duidelijk voorgelezen en de leraars kunnen de uitgeschreven tekst volgen. Ik lees de tekst nogmaals langzaam voor. Zij herhalen zin voor zin. Ik corrigeer waar nodig de uitspraak. Vervolgens wordt nieuwe vocabulary toegelicht. Tenslotte discussiëren we wat over de inhoud. Het loopt wonderwel ondanks het feit dat 2 van de 3 gisterenavond een zwaar nachtje hebben gehad.

Ik heb de leraars meegegeven dat zij deze podcasts op hun mobile phone kunnen zetten en iedere dag 5 minuten met hun headsetje kunnen luisteren naar een Engelse tekst om zo hun kennis van het Engels te verbeteren. Na de les slaag ik er in op de mobile phone van één van de leraressen mijn podcasts te zetten. Ze is enthousiast. Om 16 u houden we er mee op. Ik word thuis afgezet door mijn chauffeur. Zoals steeds is ze goedgemutst.

16/3 Kinderen en opvoeding


Naar we horen wordt kinderen hier weinig of niets in de weg gelegd. Dit is ons gastgezin niet anders, een voorbeeldje : de jongste zoon van onze gastvrouw is 10 jaar. Hij is eigenlijk dik.
De jongen is een echte schrokop. Hij eet 3x per dag 3 overvolle borden rijst en kiest uit elke schotel die op tafel staat (en dat zijn gewoonlijk een 4-tal verschillende bereidingen voor bij de rijst) alleen de beste hapjes- in zijn geval het ei, vlees of de vis. Als je weet dat er weinig vlees en vis gegeten wordt weet je zo dat zeer snel alleen de groenten overschieten. De jongen schrokt en binnen de paar minuten parelt het zweet van zijn voorhoofd. Zijn ouders kijken er lachend naar. Daarna installeert hij zich voor de televisie dwz hij legt zich neer op een van de matrassen voor de TV en beweegt niet meer tot de volgende maaltijd.
Ook de dochter van 18 die al een paar weken vakantie heeft, lijkt vastgebonden op haar stoel voor de computer.
Haar moeder beklaagt zich erover. Een vakantie job blijkt geen optie want niet voorhanden in de streek. In het huishouden helpen blijkbaar ook niet want er komt een andere studente van 18, die het niet breed heeft voor de poets en de strijk. Als ik haar vraag of ze niet een beetje kan helpen om alvast iets te strijken voor haar moeder omdat die het nu zo extreem druk heeft op school en omdat ze het toch moet leren tegen dat ze in mei in het noorden naar de universiteit gaat, knikt ze ja. Als ik haar er 2 dagen later naar vraag zegt ze dat ze niet graag strijkt. Onmiddellijk daarop volgt dat ze zich verveelt. Ondertussen heb ik Mem nog maar een paar keer zien koken, ze haalt nl bijna alle maaltijden klaargemaakt van de markt.
De analyse van Kung is zeer duidelijk. Net als bij ons verschuift een (groot) deel van de opvoeding naar de leerkrachten omdat ofwel de ouders afwezig zijn (gescheiden en de kinderen bij de grootouders achtergelaten of gaan werken in Bangkok) ofwel de ouders hun kind(eren) rot verwennen.
Is dit geen verhaal dat –althans gedeeltelijk en zeker voor leerkrachten- vertrouwd in de oren klinkt?

16/3 Afscheidsfeest in Taboe Wittaya school


We wisten dat we zouden vertrekken naar Thailand maar we wisten absoluut niet wat we er ons moesten bij voorstellen. Ann liet zich dit weekend ontvallen dat alles zo danig snel gaat en dat het zo druk is dat we ‘geleefd worden’, echter zonder de negatieve bijklank. We worden meegezogen in een andere wereld die we niet kenden. We ondergaan dit weliswaar, maar de nasmaak is zoet. Ook vandaag werd ik weer eens geleefd …

Ik start de dag met mijn enthousiast groepje dat speciale Engelse lessen volgt. Ik heb deze morgen een kleine selectie gemaakt van de video’s die Ann genomen heeft van het afscheidsfeest op haar school. Ik heb het zo gemonteerd dat er een verhaal in zit. Ik vraag de studenten te beschrijven wat ze zien. Nieuwe vocabulary wordt toegelicht. Op de uitspraak moet sterk gewerkt worden want de Thai hebben het blijkbaar collectief zeer moeilijk met bepaalde letters of lettergrepen. In dat geval is enige gezamenlijke‘dril’ blijkbaar de enige manier om verandering te bewerkstelligen. En dat is hun sterke kant: als collectief komen ze heel sterk voor de dag. Vraag je een individu een woord uit te spreken dan komt het er bijna niet uit. Zo vergeten de Thai permanent de T of S op het einde van een woord uit te spreken. Ik speel wat theater als ik de juiste uitspraak demonstreer om die T en S te onderstrepen. Af en toe ben ik zo enthousiast dat het wat ‘regent’ voor mij (als je begrijpt wat ik bedoel), maar dat compenseer ik door met mijn arm ostentatief mijn mond af te vegen, gevolgd door algehele hilariteit. Gegarandeerd vergeten ze de volgende 5 minuten de T niet uit te spreken …

Na een uur trekken we naar het afscheidsfeest in de sporthal van de school. Vooraan op het podium zitten een tiental monniken. De afscheid nemende studenten komen één voor één hun diploma afhalen. Enkele speeches worden gegeven door de vertegenwoordiger van het oudercomité en de directeur. Ze moedigen de studenten aan verder te studeren. Dit is geen evidentie voor sommigen. De context is voor velen zodanig dat ze er nooit aan beginnen. Zo zie je vandaag bijna alleen moeders en grootmoeders in de zaal zitten. Hun vaders en soms moeders zijn voor maanden gaan werken naar Bangkok tot het nieuwe regenseizoen begint (om een nieuwe rijstoogst te beginnen). Hoe wil je voor deze studenten een ideale context hebben indien de ouders er niet (kunnen) zijn? Ik wordt gevraagd om ook een bemoedigend woordje tot hen te spreken. Daarna begint het religieuze deel. De priester en de monniken spreken gebeden uit. Er volgt een ceremonie waarbij kaarsen en bloemen worden geofferd door de priester. Een monnik gaat rond en besprenkelt alle aanwezigen met water. Water is het symbool van balans en geluk. Ondertussen wordt de monniken een maaltijd voorgeschoteld door de leraars en de leerlingen. Monniken eten enkel wat hen door de mensen wordt aangereikt. Vervolgens komt een beklijvend deel waarin de studenten aan de leraars (inclusief ondergetekende), respect en dank betuigen. De op de grond zittende studenten buigen als één blok voorover tot hun hoofd de grond raakt. Ze blijven zo gedurende enkele minuten, gebogen zitten. Ik kan je zeggen, dit laat je niet onberoerd.


Daarop volgend worden gele koordjes rond de polsen van de leraars (door de priester) en de studenten (door de ouders en leraars)geknoopt terwijl enkele gelukswensen worden uitgesproken. De studenten springen enthousiast van de ene leraar of ouder naar de andere. Hun ogen blinken.

Daarna volgt de gezamenlijke lunch. Ann zal hier waarschijnlijk later nog haar zegje over doen, maar het is opvallend hoe de mannen hier nog ‘gediend’ worden door de vrouwen. De hoofdtafel (waaraan ik gevraagd word te zitten) zit vol mannen, o.a. de priester, vertegenwoordiger van het oudercomité, directeur. Ze (ik dus ook) worden gediend door de vrouwen die dan ergens in de hoek van de zaal hun maaltijd kunnen nuttigen.

Ondertussen is er een groepje danseressen in traditionele kledij opgedoken die sierlijke bewegingen maken op Thaise of Isaanse muziek. Groot is mijn verbazing als plots iemand mij attent maakt op het feit dat 2 van de 4 dansers jongens zijn. Ware het niet dat er één van de studenten uit mijn klas kwam en ik zijn gezicht herkende, je kon de jongens er bijna onmogelijk uit halen. En dit is blijkbaar de gewoonste zaak van de wereld hier … Rare jongens die Thai.

Net zoals op Ann’s school, treedt als afsluiter van het afscheidsfeest een rock groepje op. Plots komt één van mijn leerlingen op het podium om haar beste ‘toontje’ ten beste te geven en moet het groepje afdruipen. Al vlug komen ook leraars en leraressen op het podium en begint ook hier een karaoke-sessie. En wat denk je? Inderdaad ik word verzocht om mijn zangkunsten te laten horen op de tonen van ‘Hotel California’. Afgaand op de complementen ben ik niet volledig afgegaan. Echt, je weet soms niet waar je het hebt hier in de Isaan.

15/3 Afspraken en muziek


De twee zijden van de Thai komen vandaag weer naar boven: enerzijds een afspraak gemaakt met mijn collega’s Engels, verleden week, die vervalt op het laatste moment, anderzijds komt de muziekleraar gevolgd door andere teachers, met lokale instrumenten aandraven om deze voor mij ten gehore te brengen. Ze hebben lol voor tien en spelen enkele deuntjes. Ze stoppen mij een ‘sow’ in de handen . Dit is een instrument uit de Isaan-streek, gelijkend op een viool doch met enkel 2 snaren en een klankbak (of hoe noem je dat) niet groter dan een grote ontbijtkop. Je zet de klankbak op je schoot, je houdt de steel (of hoe noem je dat dan weer) vast en drukt met een aantal vingers (afhankelijk van de toon die je wenst) op de twee snaren terwijl je de stok over de snaren strijkt. Na een paar minuten kan ik een klank produceren. Verder ben ik niet geraakt. De andere klanken die er in de leraarskamer te horen waren, waren veel gelach en gebrul.

15/3 Man- vrouw relatie


Toen Philippe en ik de 3° dag van ons verblijf hier op bezoek waren in de Boeached School en we na een uurtje vergaderen met 3 leerkrachten en de directeur buitenkwamen, vroeg één van de leraressen ons of we pas getrouwd waren. Toen we verbaasd zeiden dat we dit jaar 25 jaar getrouwd zijn en wilden weten waarom ze dat vroeg, bleef ze nogal vaag en lachte ze.
Sindsdien hebben we die uitspraak of iets wat er op lijkt al een aantal keer gehoord.
Onze gastvrouw Mem die nochtans een gelukkig huwelijk lijkt te hebben, drukte het zo uit :’ I also like…’ (waarbij ze het gebaar van een knuffel maakte). Een jonge gescheiden vrouw vroeg mij of ik haar niet zo’n westerse man kon aan de hand doen. Andere leraressen vertellen mij dat Thaise mannen absoluut niet attent zijn, dat het de vrouw is die altijd om 5u opstaat om te koken (3 warme rijstmaaltijden per dag) , die zorgt voor de was en de plas. Uit de praktijk in ons gastgezin kunnen we alvast opmaken dat het inderdaad de vrouw des huizes is die om 5u-5u30 opstaat om naar de markt te gaan en dat haar man pas rond 7u opstaat.
Bovendien blijkt het een ingebakken gewoonte te zijn dat vele mannen er meerdere vrouwen tegelijk op na houden. De lerares die mij dat vertelde gaf het voorbeeld van een vriend aan de universiteit die tegelijk 2 vriendinnen zwanger had gemaakt en kwam schooien om geld te lenen voor een abortus. De clou was dan nog dat ze zeker wist dat hij er nog zeker 2 andere vriendinnen op nahield. Op mijn school zouden zeker 8 vrouwen in dat geval zijn. In totaal zijn er 22 leerkrachten. Trek er een paar mannen en een paar ongetrouwde vrouwen van af en je weet hoe laat het is. In België gebeurt het natuurlijk ook maar of het op zo’n grote schaal is, is nog maar de vraag.
Een van mijn collega’s vertelde mij ook over haar eigen echtscheiding. Wanneer een vrouw hier trouwt neemt ze de naam van de man aan. Kort na de geboorte van hun eerste kind, ontdekte de vrouw dat haar man vreemdging. Hij ontkende alles maar ging na een paar dagen toch bij zijn vriendin inwonen. Scheiden wil hij niet om haar te pesten. In een jaar tijd is hij nooit zijn dochtertje komen bezoeken. Nu wacht ze op de rechtszaak. Hoogstwaarschijnlijk zal de uitspraak zijn dat zij haar man zal moeten betalen voor het terugkrijgen van haar eigen naam. Ze zal zeer veel geluk moeten hebben om niet zelf verplicht te worden om onderhoudsgeld aan hem te betalen ondanks het feit dat zij voor het kind zorgt. Hij is 33 maar is weer beginnen ‘’studeren”…

zondag 14 maart 2010

14/3 Temperatuur


Om jullie een idee te geven en te doen watertanden of te doen gruwelen bij de gedachte alleen al: vandaag was het om 16 u 38° in de schaduw. In april spreken ze van 45°…

14/3 Integratie en/of assimilatie


We logeren dit weekend in het kleine resort van de Fransman. Een gelegenheid om even op adem te komen en – althans voor het ontbijt – een gewoon westers ontbijt te genieten. Buiten enkele zonderlingen (o.a. een Deen die zijn hebben en houden heeft verkocht om hier te komen leven, een Luxemburger die de helft van het jaar hier leeft) die vanuit de omstreken, waar ze een nieuwe woonst hebben gevonden, afzakken om een koffie of verfrissing te drinken en een Frans koppel afkomstig uit Marseille, op zoek naar een geschikte plaats om zich na hun pensioen te vestigen in Thailand, is er niemand. Omwille van de hitte is dit het toeristisch laag seizoen. Gisterenavond werden we uitgenodigd om op de boulodrome een balletje petanque mee te spelen. De Thai blijken ook serieuze petanque-spelers te zijn, zo vertelt de Fransman. De vrouw in het Frans koppel bleek nog meegespeeld te hebben in de Europese kampioenschappen petanque. Ik vorm een team met de Fransman tegen het Frans koppel. Ik ben al zeer gelukkig dat we niet met een 0 eindigen en zelfs enkele spelletjes kunnen binnenhalen.

Aan de ontbijttafel ontspint zich een pittige ‘zuiderse’ discussie (de exploitant is afkomstig uit Marseille, en dit is er aan te merken). De Fransman zegt dat hij zich – hoewel hij dit zou willen - niet ten volle in de Thaise samenleving kan integreren (wat in zijn geval nog eens niet moet verwonderen als je ziet hoe hij soms als een bezetene praat en raast, af en toe met heavy metalachtige muziek op de achtergrond). Voor de Thai blijft hij een ‘farang’. Hij zegt wel te worden gerespecteerd door de Thai, zolang hij zich niet mengt met bepaalde zaken (o.a. politiek).

Dat de Thai ‘farangs’ niet in hun samenleving zou laten integreren, verrast mij omdat ik er van uit ging dat een boeddhistisch geïnspireerde samenleving ‘open’ stond voor andere culturen en de integratie hier dus mogelijk zou moeten zijn.

Doch je moet misschien een verschil maken tussen integratie en assimilatie. Zo merk je dat in de scholen ‘Kerstmis’ ten volle wordt gevierd, tot en met de kerstboom (die er nu nog staat!) en jingle bells. Aan de muur hangt een collage van allerhande met Kerstmis verbonden symbolen, zoals de sneeuwman, de kerststal …. Bovenaan de collage een getekende Christus. Ze hebben hier blijkbaar geen enkel probleem mee om elementen uit de Christelijke traditie te assimileren. Maar een ‘farang’ laten integreren zou blijkbaar iets anders zijn …

Terwijl we over zijn integratie hier spreken, springt de discussie al vlug over naar onze ‘integratie’-problematiek in Europa. De discussie wordt heftiger. De Fransman zou zijn land verlaten hebben omdat hij zich niet meer herkent of goed voelt in zijn land. Voor hem is het een uitgemaakte zaak: we verliezen onze Westerse identiteit en het proces waarbij wij een Islamitische identiteit zullen opgedrongen krijgen is irreversibel. Naar zijn mening trek je best nu reeds je conclusies en zoek je beter andere oorden op (in zijn geval Thailand dus). Hij wijst op het feit dat onze scholen niet voldoende onze culturele identiteit en waarden overleveren aan de volgende generaties die verweesd overgelaten worden aan allerhande invloeden. Hoewel ik de bezorgdheid hierover deel, verschil ik van mening of dit nu reeds een uitgemaakte zaak is. Als zelfs ‘groene’ politici zich bewust worden van het feit dat we onze eigen waarden moeten verdedigen (waarden die uiteindelijk de resultante zijn van 2500 jaar Grieks-Joods-Christelijk, door de Verlichting gewassen, humanisme), kan men niet zeggen dat er geen bredere bewustwordingsproces kan op gang komen. Dit bewustwordingsproces kan zich misschien ook in ons democratisch spel vertalen in gekozen politici en politieke programma’s die deze visie concreet gestalte geven.

Afgaand op wat we in de scholen en bij de mensen thuis ervaren, spreken identiteit en openheid voor andere culturen zich niet noodzakelijk tegen. In de scholen wordt de Boeddhistisch-Thaise identiteit ingeademd van ’s morgens tot ’s avonds. Naar onze mening zelfs met te veel nadruk en met te weinig aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van ieder individu en te veel aandacht voor groepsdenken. We kunnen ons echter inbeelden dat dit Boeddhistisch-Thais kader een houvast biedt voor de kinderen. We stellen ons vragen bij het volledig loslaten van een referentiekader, zoals de culturele identiteit. Nu reeds zouden de Thai problemen hebben met de in de geglobaliseerde en internet-wereld opgegroeide kinderen. Is het een goede optie om het individu en met name het opgroeiend kind over te laten aan de invloeden, die nu via de globalisatie, incl.internet, van overal komen, zonder enige houvast te bieden? Worden wij geboren als verlichte geesten die automatisch de juiste weg vinden? Zouden wij niet verlicht kunnen worden door oefening en studie en vanuit een stevige doordesemde basis die door de eeuwen heen is geboetseerd? Wat ik begrijp van Boeddhisme is dat oefening essentieel is om tot een hoger (bewustzijns)niveau te komen. De Thaise monniken leveren hiertoe blijkbaar een belangrijke bijdrage … . En zoals gezegd, vanuit ons, weliswaar beperkt, perspectief lijken identiteit en openheid voor andere culturen zich niet per definitie tegen te spreken. Gebeitelde dogma’s, die de deur naar andere culturen, dicht houden, lijken hier niet of in beperkte mate te bestaan. Het is geen godslastering om als Boeddhist een Christus-beeltenis in je klas te hangen … Stof tot nadenken…to be discussed…..

13/3 Rare jongens die Farangs


We trekken er even op uit met de fiets. Het is even voor de middag. We merken dat de meeste mensen schuilen voor de warmte in schuilhutjes op paaltjes. Ik kan me inbeelden dat ze ons gek verklaren om op dit uur rond te fietsen.

We rijden voorbij tempelcomplex met een bijgebouw met daarin een verbrandingsoven voor de doden. De mensen worden hier niet begraven, maar gecremeerd. Op een paar kuisende vrouwen en een dronken Thai na is geen volk te bekennen. Wat verder zien we wat meer volk voor een TV zitten, kijkend naar manifestaties in Bangkok.

Verder fietsend, komen we een groepje luidruchtige jongeren tegen die ons naroepen in het Engels. De jongens leren blijkbaar het Engels niet op school, maar langs de straat ….

We komen wat verder aan een ander tempelcomplex. Eigenaardige gezangen komen ons tegemoet. Ze blijken uit luidsprekers te komen die de geluiden (is misschien betere omschrijving van de zich alsmaar herhalende ‘keel’gezangen) rondstrooien tot buiten de muren van het tempel-domein. Een jonge monnik komt ons tegemoet. Hij toont ons de twee tempels op het domein. Een groepje kinderen komt achter ons aan en loopt de tempels mee binnen. We kunnen met de monnik moeilijk tot een conversatie komen, jammergenoeg. We eerbiedigen de verplichtingen die gevraagd worden aan mensen die de tempel binnenkomen. Schoenen uit. Geknielde begroeting. Bij het verlaten van het domein vergezellen de keelgezangen ons nog even tot we enkele honderden meters verder de weg opfietsen, richting ons verblijf.

12/3 De andere kant van de glimlach

Na een drukke lesdag komen we ’s avonds aan bij ‘Mem’. We praten wat na met Philippe’s collega. Plots neemt het gesprek een wat sombere wending. Er verschijnen tranen in Mem’s ogen. De gang van zaken op haar school waar zij haar ziel in legt, zint haar niet en weegt zwaar op haar. Helemaal duidelijk is het niet maar ze blijkt reeds een tijdje de opdracht gekregen te hebben om voor de financiën van de school te zorgen – en verantwoordelijk te zijn - tegen wil en dank. Ze voelt zich gebruikt door de directie van de school voor dingen die haar goedkeuring niet wegdragen. De o zo vrolijke en levenslustige Mem van gisterenavond is plots een totaal andere Mem. Ze is plots één brokje ellende. Weg de glimlach.

’s Avonds zitten we aan tafel met een Fransman die sinds vele jaren in Thailand woont, met een Thaise is getrouwd, zelfs even een monnik is geweest en nu in deze streek als één van de weinige een klein toeristisch resort uit de grond heeft gestampt. Als een rasechte ondernemer probeert hij hier in de streek het toerisme wat op gang te krijgen. De man heeft ons een genuanceerdere inkijk in de Thaise samenleving. Misschien moet ik mijn eerste beeld van Thailand bijschaven.

De Thai zou blijkbaar een complexe persoon zijn, zo vertelt ons de Fransman die al veel hoeken van de wereld heeft gezien (o.a. Afrika). De contradicties zijn een rode draad doorheen zijn verhaal. Achter de ‘apparances’, de uiterlijkheden zou soms een andere kant steken, die niet altijd zeer fraai oogt. Dit gaat over politiek, financiën, relaties …
Er is formeel democratie, doch de realiteit is genuanceerder.
Armoede zou naar verluidt niet altijd armoede zijn.
Er is een klassensysteem die maakt dat personen geremd zouden zijn in hun ontwikkeling. De Chinees-Thaise elite (10% van de bevolking) regeert het land en de economie. De echte Thai (80%) zouden niet of moeilijk toegang hebben tot hoge(re) functies. Er zou een vorm van berusting zijn dat dit zo is en altijd zo zal blijven (de Fransman legt een link met het boeddhisme). Er zou geen ambitie zijn om dit klassensysteem te doorbreken. Ouders zouden hun kinderen niet aanmoedigen om bv. via studies hogerop te geraken. Jongens zijn veel minder of niet geïnteresseerd in onderwijs (afgaand op het aantal jongens aanwezig in de speciale Engelse lessen, kan ik dat alleen maar beamen). Meisjes zijn geïnteresseerder, doch de Fransman zegt dat er nuances zijn. Er zouden maar enkele meisjes echt het potentieel hebben eruit te springen en een potentieel hebben om door te stoten tot hogere niveau’s. In de lessen blijken sommige leerlingen - meisjes inderdaad - een grote interesse, betrokkenheid en drive te hebben. Misschien kan een initiatief als Isaan-fund voor hen juist een anker zijn om zich aan op te trekken. Volgens de Fransman zouden veel leraars naar verluidt de drive niet hebben om de vicieuze cirkel te doorbreken, tenzij voor hun eigen kinderen.
Thai zouden ook taboes hebben waarmee je als ‘farang’ best rekening houdt: spreek niet over politiek, relaties of zelfs religie. Wij hebben een iets genuanceerdere ervaring.
Thai zouden een heilige schrik hebben om hun gezicht te verliezen. Toevallig hadden we het over het feit dat een leraar Engels – zoon van de schooldirecteur - niet geïnteresseerd was in de workshops voor de Engelse leraars … als zoon van de directeur verlies je je gezicht als je je Engels nog moet verbeteren. Dus geen Engelse workshop voor de zoon van de directeur.
De Fransman stelt ook dat een lachend gezicht of geïnteresseerde blik niet altijd gemeend is. Als de leerlingen in je klas heel enthousiast zijn, zou dit wel eens kunnen geïnterpreteerd worden door de gewone leraar dat hij of zij ‘afgaat’. De glimlach zou dan een frustratie afdekken.
De Fransman weet ook te vertellen dat jongeren meer en meer zouden afhaken (incl.problemen met drugs en alcohol), met dito criminaliteit. Het traditionele boeddhisme zou hen niets meer zeggen. Monniken proberen deze jongeren weer de weg van de deugdzaamheid te laten opgaan. Ze moeten daarvoor echter blijkbaar hun taal en aanpak wijzigen. Sommige jongere monniken zetten die stap en blijkbaar niet zonder succes.
De Thai heeft een ‘don’t worry’ houding. Dit hebben we ook ervaren. Afspraken maken is één zaak, ze nakomen een andere zaak. Maar dit zou ook verder gaan. Niet alleen in het onderwijs maar ook in het economisch leven zou de ‘don’t worry’ houding een minder fraaie kant hebben. Na de uitbetaling van het maandelijks salaris moet je er mee rekening houden dat bepaalde personeelsleden de volgende dagen niet meer opdagen ….tot de portemonnee weer leeg is en ze terugkeren. Als uitbater van een resort sta je voor schut terwijl je gasten verder moeten bediend worden …

Of de Fransman helemaal gelijk heeft, valt nog te bezien. Zijn verhaal doet ons in ieder geval nadenken en verder te kijken dan de glimlach, ook de ervaring met Mem eerder op de avond indachtig. Op de vraag of hij nog naar Frankrijk terugkeert, antwoordt hij echter dat hij er niet aan denkt: hij zou de ‘joie de vivre’ en gastvrijheid van de Thai voor geen geld ter wereld willen missen.

11/3 Karaoke


Na een dag lesgeven aan studenten en teachers, komen we vermoeid thuis. Onze gastvrouw ‘Mem’ vraagt ons om samen naar het afscheidsfeestje te gaan van de laatstejaars. Dit is niet precies de wijze waarop ik wat op mijn positieven kan komen, maar het aanbod kan je moeilijk afslaan.

We komen aan op de school van Ann rond 18.30 u en reeds van in de verte klinken enkele zingende schelle stemmen. Het blijken vooral oudere leraressen te zijn die zich sinds 15 u de ziel uit het lijf zingen en een nieuwe jeugd blijken terug te vinden in een intense Karaoke-sessie. Ze zingen populaire Thaïse liederen waarvan de tekst op een televisie-scherm verschijnt en ze worden begeleid door instrumentale muziek op de achtergrond. Ze stralen. Duetten ontstaan en letterlijk en figuurlijk vallen ze in elkaar”s armen. Af en toe komen er danspasjes aan te pas.

Ondertussen zijn de leerlingen druk in de weer met het voorbereiden van de barbecue-setjes (lijkend op bloempotten) en het bijhorende voedsel. We schuiven, of beter gezegd, knielen aan rond een barbecue-setje waar twee studentes druk bezig zijn het vlees en de groeten te braden. Het zittend op de grond eten is geen evidentie als je een stoel gewend bent. Terwijl iedereen op zijn gemak aanzit, weten wij geen blijf met onze stramme benen. In feite komt het erop neer dat wij maar één arm hebben om te eten. De andere hebben we nodig om niet omver te vallen.

De studenten zetten met veel enthousiasme de karaoke-sessie verder. Ze gedragen zich als rasechte sterren met dito danseresjes op de achtergrond. Dansen gebeurt op een traditionele wijze, waarbij de handen eveneens een belangrijke rol spelen. De handhouding wordt op school gedurende de 6 jaar middelbaar ingeoefend, zowel voor jongens als meisjes. Die handgebaren doen ons denken aan de handhouding die je ziet in danstaferelen op oude Hindoe-tempels. Het is best te vergelijken met het handgebaar dat je maakt om aan te duiden dat iets zeer lekker is (duim en wijsvinger tegen elkaar, andere vingers naar boven gericht). Op een bepaald moment worden we gevraagd om vooraan mee te dansen. Weigeren is geen optie. De rest laten we over aan jullie verbeelding.

Bij ons vertrek plaatst Ann nog een aanmoedigend woordje voor de studenten.

11/3 Schoolfeest


De dag van een afscheidsviering begint zoals elke andere schooldag met het hijsen van de vlag onder het zingen van het volkslied en met de gebeden tot Boeddha. Vandaag was er echter ook een oudere man aanwezig die een soort priester-boer was om de ceremonie te leiden. Wat hem tot een priester maakt is het feit ‘dat hij al de gebeden kent’. De kinderen gingen per klas heel devoot met de handen gevouwen in een ‘wai’ bij het grote Boeddha beeld zitten . Er werden snel wat prachtige verse exotische bloemen uit de gracht erachter getrokken om in de vaasjes te zetten, er werd wierook gebrand en er werden gebeden opgezegd in absolute rust en stilte!
Daarna volgt iets wat lijkt op wat wij in films zien: alle andere leerlingen maken een erehaag voor de vertrekkers. Wanneer ze bijna bij de ereboog zijn stopt de optocht en keren de vertrekkers zich naar de rest voor het opspelden van een corsage. Daarna mogen ze door de ereboog de trappen op maar niet voordat ze door de leerkrachten met talkpoeder overgoten zijn en hun gezicht een hoop indiane-vegen van lippenstift heeft gekregen.
De rest van de ceremonie, waarbij ook de voorzitter van het oudercomité en nog een paar hoogwaardigheidsbekleders aanwezig zijn bestaat in het zingen van gebeden door de priester.
Na ongeveer een half uur worden de armbandjes van het bananeblaren ornament genomen. De leerlingen passeren in stoet de leerkrachten, die hen elk een armbandje ombinden begeleid door een wens van geluk en voorspoed en heel vaak ook een omhelzing.
Daarna volgens traditionele Thaise dansen door leerlingen van het 4° jaar. Iedere Thai, jongen en meisje, krijgt in de 6 jaren van de middelbare school les in traditionele dans.
Wat daarna volgt is dan weer typisch voor jongeren overal ter wereld : een bandje brengt popmuziek (hier weliswaar met een oosters tintje) en jonge meisjes joelen bij de deuntjes die ze herkennen.
Er wordt samen –op de grond- gegeten en daarna volgt het even traditionele karaoke…

10/3 Voorbereiding van een schoolfeest ‘Thai style’

Woensdag was iets speciaal. Men had mij (Ann) iets uitgelegd over de leerlingen die woensdag toch allemaal naar school zouden komen (?)om iets voor te bereiden. De precieze betekenis was mij eerlijk gezegd niet duidelijk. Dat ‘allemaal’ was wel wat overdreven maar er werd inderdaad met man en macht gewerkt –bijna exclusief door de meisjes-om het feest van donderdag voor te bereiden: een groots opgezet spektakel voor het afscheid van de school van de zesdejaars en sommige derdejaars.
‘Mem’ onze gastvrouw die huishoudkundige vakken geeft op school, bleek de drijvende kracht.
Ik werd onmiddellijk geïntroduceerd in het bananenblaren vlechten tot kunstige ornamenten waaraan dan symbolische armbandjes werden gehangen. Eerlijk : dat bleek niet mijn specialiteit.
Dan maar geholpen met het maken van corsages met orchideeën (120 bath= 120 oude Belgische franken voor een groot pak orchideeën met misschien wel 50 stengels…). Daarna dunne draadjes helpen knippen om ze vervolgens met een paar samen te pakken met een klein knoopje. Die draadjes werden vervolgens in een schaaltje met een okerkleurige vloeistof gedoopt om te worden gekleurd.
De kleurstof bleek een genezend kruid te zijn dat symbool staat voor voorspoed en geluk.
Ik heb de hele ochtend plat op de grond gezeten, wat ook niet mijn specialiteit is. Thai leren dat van jongs af aan en vooral vrouwen zijn er heel bedreven in. Uren met de benen languit voor je uit of onder je gevouwen: niet bepaald mijn ding. Al na 5 minuten gaven de meisjes rond mij me een keurrijke lap stof die blijkbaar bedoeld is voor vrouwen die het niet onder de knie krijgen of zij die een te smalle rok dragen. Ideaal voor mij dus: zo kon ik nog eens manoeuvreren.
Na de middag werden kunstige versieringen gemaakt met hele balen stof in felle kleuren die rond het podium en de ereboog werden gespannen. Ikzelf heb geholpen met het maken van grote bloemstukken met orchideeën, toevallig meer mijn specialiteit.
Op de ereboog stond, waarschijnlijk ter ere van mijn aanwezigheid, ‘congratulation’ (?)geschilderd.

10/3 Thai-boxing

Vandaag, net als gisteren, bereidden we de lessen voor voor de speciale Engelse lessen voor de studenten en de workshops voor de teachers. Dit laatste wordt opgedeeld in een deel toegankelijk voor alle teachers (er blijkt hiervoor interesse te zijn bij verschillende leraars) gevolgd door een specifieke workshop voor de Engelse leraars.
Terwijl ik in de vooravond met mijn collega terugkeer van de school, rijden we een lopende jongen voorbij. Het blijkt een van haar leerlingen te zijn. Ze vertelt dat hij uit een landbouwersgezin komt dat het zeer moeilijk heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Hij gaat bijna ieder weekend naar Bangkok om er als Thaï-boxer geld bij te verdienen. Hij komt dan ook regelmatig op zondagnamiddag op TV. Er worden naar verluidt weddenschappen rond deze kampen georganiseerd (weddenschappen zijn populair in Thailand). Hij verdient hiermee 500 baht (12,5 euro) per kamp. Hiermee moet hij de verplaatsing naar Bangkok betalen. Hij gebruikt dit geld om zijn eten op school (10 tot 15 baht) te betalen en zijn familie financieel te ondersteunen. Hij blijkt op maandag regelmatig heel stil te zijn in de klas. Op school gedraagt hij zich voorbeeldig. Ze vertelt mij over de lotgevallen van een andere oudere Thaï-boxer, waaraan zij of haar man regelmatig eten geven als hij voor hun deur langskomt. Hij heeft het ooit als Thaï-boxer ver gebracht in Japan, maar hij het daarmee verdiende geld in een handomdraai verspild, is gescheiden van zijn vrouw en heeft als 53-jarige zware hersenletsels waardoor hij niet meer normaal kan functioneren. Blijkbaar is dit iets wat zeer veel boxers overkomt. Thai boxen is zeer populair –er is zelfs een speciaal kanaal op TV en bijgevolg wagen zeer veel jongeren hun kans met alle gevolgen van dien.

8/3 Monksday

Vandaag tot en met woensdag hebben de leerlingen examens. De leraars (zoals elke maandag in uniform gekleed) moeten toezicht houden. Samen met Udom die een bezoek brengt aan de school en de twee leraressen bespreken we de planning van de komende weken. Vanaf donderdag worden ’s morgens speciale Engelse lessen gegeven aan studenten. In de namiddag wordt met de leraressen concrete afspraken gemaakt. De voormiddag wordt opgedeeld in twee delen: een deel grammatica en een tweede deel praktijk. Tussen de gespreken door bereid ik de lessen voor. Ik ben van plan spelletjes in te lassen die hen aanzetten tot spreken. Tussendoor komt de leraar biologie Pè mij talloze vragen stellen over België en zijn geschiedenis. Hij is zeer nieuwsgierig en wil absoluut zijn Engels verbeteren. Hij vraagt mij naar de prijs van het vliegtuigticket. Het is zijn droom om ooit naar Europa te kunnen reizen, maar hij lijkt zich weinig illusies te maken. Op de middag wordt een lunch opgediend met een specialiteit van de streek Isaan: gebraden krekels. Het zou een lekkernij zijn en naar het schijnt vol proteïnen. Ik zet mijn vooroordelen opzij en hap toe. Inderdaad, niet slecht.

Terwijl ik dit verslag maak in de studiekamer, knielt de gastvrouw vóór het huisaltaar en verzinkt in gebed. Ze heeft nieuwe bloemen geplaatst. Achteraf zegt ze dat het monksday is. De glazen water die ze voor het altaar heeft geplaatst staan symbool voor balans en geluk. De mandarines staan symbool voor de aarde en rijkdom. De Engelse lerares had mij in de wagen reeds gewezen op de oude vrouwen die langs de weg bloemen verkochten omdat het vandaag ‘monksday’ (dag van de monnik) is.

7/3 (Sommige)Leerkrachten: ondanks alles: ‘eager to learn’


De leerkrachten mijn school (Ann) hadden mij vorige week gezegd dat ze deze week weinig tijd zouden hebben om onze ‘workshops’ te starten. Nadat ik maandag echter de hele ochtend eens met de één dan weer met de ander van de 3 vrouwelijke leerkrachten gepraat had, was het tegen de middag duidelijk dat ze wel wilden starten. Kung regelde snel vervanging voor haar examen klas en het feit dat we nog geen formeel akkoord hadden van de directeur mocht geen obstakel zijn.
Mijn grootste bedoeling is om hun uitspraak te verbeteren. Zoals eerder gezegd : Thai leggen klemtonen vaak verkeerd en spreken het laatste deel van een woord niet uit en zijn zich daar totaal niet van bewust.
Zo had een leerkracht mij op maandagochtend gevraagd haar het verschil in uitspraak aan te leren tussen ‘eight’(8) en ‘egg’ (ei). ‘s Namiddag kwam daar nog bij ‘ex’ en ‘eggs’…Voor Thai allemaal zowat één pot nat : nl ‘i’ (zoals in ‘in’)

Ik heb gebruik gemaakt van de ‘zeg’ns euh’ formule van vroeger om hen te leren luisteren naar elkaar en elkaar er attent op te maken wanneer ze het laatste deel van een woord niet uitspreken. De leerboeken van Don Bosco kwamen hier zeer goed van pas. Een tekst uit leerboek 4 (5° middelbaar) is ruim moeilijk genoeg. Eerst hebben de leerkrachten een paar keer de tekst luidop gelezen voor de uitspraak(vaak onderbroken door mij maar naar het eind van de week toe ook al vaker door elkaar). Daarna heb ik de ‘new vocabulary’ uitgelegd en met hen ingeoefend en vervolgens hebben we de tekst nogmaals gelezen om de betekenis van de tekst te begrijpen.
Door de spelformule in te lassen bleef het luchtig en leuk. We hebben zelfs 2u30 ononderbroken gewerkt.
Het mooiste compliment kwam ’s anderendaags toen Kung mij kwam vertellen dat ze maandagavond Engels gesproken had met haar man en kinderen!

7/3 Onderwijs

In Thailand, kan het leven van een leerling of leerkracht heel verschillend zijn naargelang de school waar je naartoe gaat. Mijn school wijkt in meerdere aspecten af van Philippe’s school.
Algemeen gezien, is het niveau van het onderwijs in deze streek een stuk lager dan in andere streken in Thailand. Dit betekent concreet dat een jongere uit deze streek het aan een universiteit van Bangkok een heel moeilijker zal hebben dan iemand uit een andere streek gewoon omdat hij een (groot) stuk van de leerstof mist.
Van Udom hadden we in België reeds gehoord dat de ‘final exams’ (voor de grote vakantie van april) zouden plaats hebben op 10 maart. Wij zouden daarna elk in onze school, ’s morgens een Engels kamp geven en (hopelijk)’s namiddags met de leerkrachten werken.
Groot was mijn verbazing toen ik maandagmorgen op school aankwam.
Vrijdag heeft de directeur van mijn school blijkbaar op vraag van één leerkracht beslist om deze week vrij te geven aan 4 studiejaren en deze week slechts 3 dagen examens af te nemen van 2 van de 6 studiejaren. Begin volgende week volgen dan 3 examen dagen voor de andere 4 jaren. Dit betekent een week vakantie voor de leerlingen terwijl de ouders amper/niet op de hoogte zijn; frustratie alom bij 3 van de 4 leerkrachten Engels in ieder geval.
De directeur van de school blijkt ook heel vaak afwezig te zijn. Niemand weet dan waar hij is want een agenda houdt hij niet bij. Als het echt dringend is moet hij gebeld worden…Moet het nog gezegd dat ook leerkrachten onaangekondigd afwezig blijven? Wat dan met de leerlingen gebeurt is mij nog een raadsel.

7/3 Medische massage (kine?) in het Thaïse leven


Na een voormiddag lang lessen voor studenten en workshops voor teachers voorbereid te hebben, gaan we na de middag naar Surin met onze gastvrouw, haar kinderen en een nichtje. Het nichtje kwam van Bangkok over en is werkzaam aan de universiteit. (deels lesgeven en deels behandelen). Ze heeft zich gespecialiseerd in medische toepassingen van massage-technieken voor alle mechanische problemen aan het lichaam.

Onze gastvrouw brengt ons naar een zalig plekje aan een groot meer gelegen nabij Surin. We eten in een restaurant dat als een soort paalwoning in het water staat. Geen wonder dat op korte afstand hiervan de koninklijke familie een optrekje heeft. Onze gastvrouw ziet er niet goed uit. Ze hoest regelmatig en heeft hoofdpijn. Ze is ook aan het einde van haar latijn op het einde van het schooljaar, zegt ze. Ze is deze morgen bij de apotheker(zware) medicatie gaan halen, die haar duidelijk slaperig maakt. Ze wil niet naar de dokter in het ziekenhuis (te duur?). Ze doet haar best om het ons naar de zin te maken, maar kan met moeite haar ogen openhouden. Haar nichtje heeft haar deze morgen een massage gegeven want haar nek is volledig geblokkeerd en de spieren in haar nek zijn zo hard als tropisch hout (dixit het nichtje). Dit heeft een tijdje geholpen, maar nu wordt het toch weer moeilijk. Tijdens de maaltijd krijgt ze een nieuwe nekmassage.

We vertrekken naar Surin-stad. De bedoeling was eerst om de markt te bezoeken maar we zien daarvan af gezien de toestand van Mem (gisterenavond zag ze er nochtans schitterend uit in haar zijden mantelpakje om naar een trouwfeest te gaan). We kopen vlug in wat we nodig hebben in een supermarkt en vertrekken weer, weliswaar zonder Mem aan het stuur maar Philippe. Het is even wennen om links te rijden maar het lukt best. Mem ligt achteraan te snurken terwijl we terugrijden.