maandag 12 april 2010

6/4 Leven zonder grenzen


Voor we afreisden was er het onbekende en een beetje koudwatervrees.
Toen we ons kandidaat stelden overheerste een ander gevoel, het gevoel dat de tijd rijp was om hier ons steentje bij te dragen. Nu, 5 weken na ons vertrek uit België, kunnen we zeggen dat werken als vrijwilliger in de Isaan-regio een unieke ervaring is. Je wordt meegezogen in een andere wereld. Hoewel alles vliegensvlug voorbij is, heb je het gevoel dat je even uit de maalstroom bent gestapt en de tijd stilstaat in een bad van intense indrukken en ontmoetingen. Door te werken als vrijwilliger verleg je voor een stuk je grenzen en je exploreert nieuwe vaardigheden. De vermoeidheid en de warmte neem je er bij. stilaan merk je dat je meer en meer betrokken raakt bij het leven en welzijn van de Thai, teachers en leerlingen. Meer en meer bekruipt je het gevoel dat je achter deze ervaring geen punt kan zetten maar enkel drie puntjes … . Dit hadden we niet verwacht.

Achter dit kleurenpallet van ervaringen, indrukken en ontmoetingen ontdek je tenslotte nieuwe dimensies en inzichten. Deze zijn moeilijk onder woorden te brengen. Een tekst uit het boek ‘Oosterse filosofie’ van Ulrich Libbrecht (pag.177-178), verwoordt dit nog het best.

Ex oriente Lux? Heb ik met dit alles geprobeerd aan te tonen dat het licht uit het Oosten komt en dat het heil en de toekomst van de westerse beschaving in het Oosten te vinden is? Een Engelse spreuk zegt: “Too far east is west” – loop je steeds door in de richting van het oosten, dan kom je vanzelf weer in het westen terecht. Het betekent dat er uiteindelijk maar één beschaving is: de beschaving van de wereld. Wel zijn er veel verschillen in intonaties – en het postmodernisme legt het zwaarste accent op die verschillen – maar uiteindelijk zijn we allemaal mensen en delen we een gemeenschappelijke dieptestructuur. Daarom moet elke wereldbeschouwing een beschouwing zijn die betrekking heeft op de hele wereld. De zon komt inderdaad nog altijd op in het oosten, maar ze nestelt zich daar niet. Ze verlaat het Morgenland en begeeft zich naar het Middagland van India en de islam. Uiteindelijk komt ze aan het Avondland. Ze integreert in haar licht alles wat des mensen is. Daarom was de Aufklärung als specifiek Europees verschijnsel in feite enkel een lokale gebeurtenis; maar evengoed was de ‘Untergang des Abendlandes’ slechts de kroniek van een bedreigd gehucht. Vanuit een mondiaal perspectief heeft het geen zin zich af te vragen waar het culturele zwaartepunt van de wereld ligt, het ligt in wezen overal.
Zo is de wereldkunst de kunst van de wereld: de Chinese schilderkunst van de draak, de islamitische kunst van het kristal, de westerse kunst van de verbeelding … het is allemaal taal van de mensheid. Zo is de wereld van de religie onze confrontatie met het bestaansmysterie: natuurmystiek in China, transcendente mystiek in het boeddhisme, zuiver monotheïsme in de islam, universele liefde in het christendom.
De bijdrage van het Oosten bestaat vooral in de sacraliteit van de natuur in het taoïsme, en de zuivere mystiek van het boeddhisme: dit zijn lichtbundels die schijnen in onze westerse nacht. Want de westerse cultuur heeft precies in die domeinen haar gebreken. Dit betekent niet dat deze dimensies er niet voorkomen, maar ze leiden er een verkommerd bestaan. Als ik op mondiaal niveau wil leven met een wereldwijde blik van eerbied en liefde, dan moet ik de zwakke dimensies in mijn eigen leven uitbouwen. Meer kan ik niet doen, want de groei van een cultuur is een uiterst langzaam verlopend proces, maar ik kan een kei in de rivier verleggen. Eenmaal komt de tijd dat de wereldvrede van ons zal eisen dat wij meer ontwikkelen dan een legalistische tolerantie; want de splijtende krachten van de wereld zijn niet het fundamentalisme, maar evenzeer de logica van haat en wraak. De mechanismen van onderdrukking zullen zich handhaven zolang wij geloven in de valse stelling dat kennis recht geeft op macht. We mogen nooit uit het oog verliezen dat elke religie de taak heeft, niet de waarheid te verdedigen met de wapens in de vuist, maar de liefde te prediken vanuit de eigen diepe ontroerbaarheid door de noden van vele mensen.
Een Japanse spreuk zegt: ‘Het kan de berg niet schelen langs waar je hem beklimt’, alleen op het klimmen komt het aan. En wat is er natuurlijker dan dat iedereen opklimt vanuit het dal waarin hij geboren is? Als de verschillende culturen, religies en filosofieën elkaar dan ontmoeten op de top van de berg, zullen ze zich realiseren dat ze al altijd hetzelfde doel hebben nagestreefd.
‘Ego mundi civis esse cupio, ik verlang een burger van de wereld te zijn’, zei Erasmus. Laten we dat verlangen met hem delen. De wereld is echter geen abstractie, het is de levende mensheid : huid en haar kunnen verschillen, de kledij kan anders zijn, de taal vreemd en de godsdienst onbegrijpelijk … maar alle mensen hebben hetzelfde hart, vol hoop en dromen, vol lijden en pijn, vol liefde en verdriet, maar vanuit zovele ogen kijkt mij het Grote Mysterie aan: de mensheid is de God met duizend ogen.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten